De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
+18
roland vanmeirhaeghe
guldensporen
Sint Jan
daddie
leuven
PaRePyne
Ropie
Westvloaming
Frisian
nonkelpalm
Handwerpen
DESSERON
Stef
De Swaen
DebianFox
Admin
wereldburger
Bissezeele
22 plaatsers
Frans-Vlaanderen in het Nederlands - La Flandre française en Néerlandais :: De toekomst van Frans-Vlaanderen :: De toekomst van Frans-Vlaanderen
Pagina 1 van 5
Pagina 1 van 5 • 1, 2, 3, 4, 5
De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Ik heb vaak bemerkt dat de Belgisch Vlamingen – behalve deze die hier schrijven – hebben geen belangstelling voor Frans-Vlaanderen (toch een deel van het oude graafschap Vlaanderen).
Laatst aangepast door Bissezeele op wo dec 26, 2012 7:02 pm; in totaal 6 keer bewerkt
Bissezeele- Aantal berichten : 8819
Registration date : 24-02-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Hier kan ik niet mee akkoord gaan, Bissezele!
Het is niet omdat "Belgische" Vlamingen niet reageren op de film van die Dany Boon, dat ze geen interesse hebben voor Frans-Vlaanderen. Deze film is in Vlaanderen gewoon onbekend (ik had er tot gisteren nog nooit van gehoord).
Ten tweede, flaminganten zijn absoluut geen Belgen! Grenzen van landen en regio's kunnen veranderen en dat is in Vlaanderen ook gebeurt. Vlaanderen is als het ware groter geworden door de eeuwen heen en tegenwoordig horen Vlaams-Brabant, Antwerpen en Limburg ook bij Vlaanderen. Zuid-Vlaanderen (Frans-Vlaanderen) en Zeeuws-Vlaanderen horen ook nog altijd bij groot-Vlaanderen... Zo zie ik het!
Het is niet omdat "Belgische" Vlamingen niet reageren op de film van die Dany Boon, dat ze geen interesse hebben voor Frans-Vlaanderen. Deze film is in Vlaanderen gewoon onbekend (ik had er tot gisteren nog nooit van gehoord).
Ten tweede, flaminganten zijn absoluut geen Belgen! Grenzen van landen en regio's kunnen veranderen en dat is in Vlaanderen ook gebeurt. Vlaanderen is als het ware groter geworden door de eeuwen heen en tegenwoordig horen Vlaams-Brabant, Antwerpen en Limburg ook bij Vlaanderen. Zuid-Vlaanderen (Frans-Vlaanderen) en Zeeuws-Vlaanderen horen ook nog altijd bij groot-Vlaanderen... Zo zie ik het!
wereldburger- Aantal berichten : 41
Woonplaats : Gent
Registration date : 02-08-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Als Frans-vlaming, woon ik nu ruim een jaar in Belgische-Vlaanderen.
Wat opvallend is, is dat Frans-Vlaanderen wenig bekend. Als ik zeg dat ik een Frans-vlaming ben, denken de mensen eerst dat ik een waal ben !
Aan wie de fout?
Ik zou zeggen aan de beide kanten van de grens.
De Frans-vlamingen profieleren zicht niet genoeg als vlamingen en spreken niet genoeg onder elkaar het Vlaams of het Nederlands.
Het bestaan van Frans-vlaanderen is niet genoeg onderwezen genoeg in Belgische Vlaanderen.
Kunnen wij iets aan doen? Heel veel Hoe?
Door veder Frans-Vlaanderen te promoten (voor toerism bvb), door verder het onderwijs van het Frans-Vlaams te verspreiden en van reclame te maken zoals bvb toen de eerste les van Frans-Vlaams werd gegeven, De morgen en de Vlaamse televisie waren aanwezig.
Wat opvallend is, is dat Frans-Vlaanderen wenig bekend. Als ik zeg dat ik een Frans-vlaming ben, denken de mensen eerst dat ik een waal ben !
Aan wie de fout?
Ik zou zeggen aan de beide kanten van de grens.
De Frans-vlamingen profieleren zicht niet genoeg als vlamingen en spreken niet genoeg onder elkaar het Vlaams of het Nederlands.
Het bestaan van Frans-vlaanderen is niet genoeg onderwezen genoeg in Belgische Vlaanderen.
Kunnen wij iets aan doen? Heel veel Hoe?
Door veder Frans-Vlaanderen te promoten (voor toerism bvb), door verder het onderwijs van het Frans-Vlaams te verspreiden en van reclame te maken zoals bvb toen de eerste les van Frans-Vlaams werd gegeven, De morgen en de Vlaamse televisie waren aanwezig.
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Admin schreef:Als Frans-vlaming, woon ik nu ruim een jaar in Belgische-Vlaanderen.
Wat opvallend is, is dat Frans-Vlaanderen wenig bekend. Als ik zeg dat ik een Frans-vlaming ben, denken de mensen eerst dat ik een waal ben !
.
Alleen een Vlaming met een redelijke kennis van geschiedenis kent iets over Frans-Vlaanderen, jammer genoeg is dit dus niet veel. Ik heb op school in geschiedenis nooit iets geleerd over het verlies van Frans-Vlaanderen. We zagen wel veel leerstof over Napoleon, de Guldensporenslag, de wereldoorlogen ....
Misschien moeten we het leerplan hier wijzigen?
DebianFox- Aantal berichten : 45
Leeftijd : 37
Woonplaats : Gent & Dentergem
Registration date : 21-05-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
wereldburger schreef:
Het is niet omdat "Belgische" Vlamingen niet reageren op de film van die Dany Boon, dat ze geen interesse hebben voor Frans-Vlaanderen. Deze film is in Vlaanderen gewoon onbekend (ik had er tot gisteren nog nooit van gehoord).
De medias van Belgisch-Vlaanderen hebben van die 'film' gepraat in maart en april.
Er waren bv twee pagina's in Het Nieuwsblad :
http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?ArticleID=M81QK6MM
Ook twee pagina's in De Standaard, enz.
Wat bedoel je ?wereldburger schreef:
Ten tweede, flaminganten zijn absoluut geen Belgen!
Bissezeele- Aantal berichten : 8819
Registration date : 24-02-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Wereldburger bedoelt hier waarschijnlijk mee dat flaminganten zich helemaal geen Belg voelen, ze zijn enkel op papier Belg. Ze zijn Vlaming en voelen zich Vlaming, de Belgische staat kan hen gestolen worden.Bissezele schreef:Wat bedoel je ?wereldburger schreef:
Ten tweede, flaminganten zijn absoluut geen Belgen!
De Swaen- Aantal berichten : 83
Registration date : 06-07-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
DebianFox schreef:Alleen een Vlaming met een redelijke kennis van geschiedenis kent iets over Frans-Vlaanderen, jammer genoeg is dit dus niet veel. Ik heb op school in geschiedenis nooit iets geleerd over het verlies van Frans-Vlaanderen. We zagen wel veel leerstof over Napoleon, de Guldensporenslag, de wereldoorlogen ....
Ik kom al sedert decennia in Frans-Vlaanderen.
Als kind kwam ik mee in de jaren 60 met mijn ouders naar Bray-Dunes die toen het nog ruige nachtleven verkenden.
Ik heb bij velen blijven overnachten als kind en werd altijd uitstekend opgevangen door de plaatselijke bevolking.
Dit blijft hangen en met het ouder worden heb ik zelf meer en meer info gezocht en gevonden.
Waar dan ?
Ter plaatse gewoon ,want daar alleen kun je het vinden als je er voor openstaat tenminste.
Ondertussen ruim 30 jaar later heb ik bijna alles gezien van de region , heb er veel geleerd en leer nog bij zij het nu meer in diepte.
Nooit zal je uit mijn mond enig kwaad woord horen over de regio daar het mijn 2de thuis is geworden.
Daar dank ik de plaatselijke bevolking en landschappen voor.
Dank zij dit forum kan ik nog beter leren beleven.
Voor dit alles heb je geen school nodig, trek er gewoon zelf naartoe en doe niet zoals stom kieken D. Boon door waarheden te verkrachten en zelf proberend een volledig vertekend beeld te geven van frans-vlaanderen.
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Dat is waar, er is een taalkloof waardoor het voor Vlamingen moeilijker wordt om te weten wat er leeft in Frans-Vlaanderen.Admin schreef:De Frans-vlamingen profieleren zicht niet genoeg als vlamingen en spreken niet genoeg onder elkaar het Vlaams of het Nederlands.
Dat is ook waar, op school werd er niets verteld over Frans-Vlaanderen.Admin schreef:Het bestaan van Frans-vlaanderen is niet genoeg onderwezen genoeg in Belgische Vlaanderen.
wereldburger- Aantal berichten : 41
Woonplaats : Gent
Registration date : 02-08-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Dat kan misschien wel zo zijn maar de overgrote meerderheid van de Vlamingen zal desondanks nooit van deze film gehoord hebben... Vergeet niet dat deze film bijna nergens in Vlaanderen in de bioscoop te zien was!Bissezele schreef:wereldburger schreef:
Het is niet omdat "Belgische" Vlamingen niet reageren op de film van die Dany Boon, dat ze geen interesse hebben voor Frans-Vlaanderen. Deze film is in Vlaanderen gewoon onbekend (ik had er tot gisteren nog nooit van gehoord).
De medias van Belgisch-Vlaanderen hebben van die 'film' gepraat in maart en april.
Er waren bv twee pagina's in Het Nieuwsblad :
http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?ArticleID=M81QK6MM
Ook twee pagina's in De Standaard, enz.
wereldburger- Aantal berichten : 41
Woonplaats : Gent
Registration date : 02-08-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Inderdaad, dat bedoel ik.De Swaen schreef:Wereldburger bedoelt hier waarschijnlijk mee dat flaminganten zich helemaal geen Belg voelen, ze zijn enkel op papier Belg. Ze zijn Vlaming en voelen zich Vlaming, de Belgische staat kan hen gestolen worden.Bissezele schreef:Wat bedoel je ?wereldburger schreef:
Ten tweede, flaminganten zijn absoluut geen Belgen!
wereldburger- Aantal berichten : 41
Woonplaats : Gent
Registration date : 02-08-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Ik had geschreven aan Wereldburger dat De Standaard twee volle pagina's aan de 'film' heeft besteed...
Hier is het artikel van De Standaard :
Een kleine film over het goede leven in het uiterste noodwesten van Frankrijk is een fenomeen bij onze Zuiderburen. Maar vervangt hij één set clichés door een andere?
Van onze redactrice
Inge Schelstraete
DUINKERKE/BERGUES ‘De bioscoop is op de eerste verdieping’, zegt het behulpzame meisje dat foldertjes uitdeelt, ‘maar de billeterie is hier een eindje verder rechts, si vous devez encore acheter un ch’ticket.’ De vrouw die na mij het winkel- en ontspanningscentrum aan de haven van Duinkerke binnenloopt, tut geërgerd. ‘Dat ze allemaal ch’ti willen spreken, tot daar toe, ook al vond iedereen dat een paar jaar geleden nog platvloers’, zegt ze als ik zo naïef mogelijk vraag wat er aan de hand is. ‘Maar al die jongelui doen maar wat: er is helemaal geen s-klank in ‘ticket’ waar je een ch van kunt maken. Allemaal door die film, natuurlijk.’
Ik zeg maar niet dat ik net voor die film hierheen ben gereden. Bienvenue chez les Ch’tis is een fenomeen: een filmpje van elf miljoen euro, op drie weken gedraaid, dat tien miljoen Fransen ondertussen hebben gezien. Overal wordt de vergelijking gemaakt met Astérix et les Jeux Olympiques, dat 78 miljoen euro heeft gekost, maar ondanks een promotiecampagne van 20 miljoen euro is blijven steken op zeven miljoen verkochte tickets. Dany Boon, regisseur, scenarist en één van de acteurs van de film — hij speelt de sullige postbode Antoine — liep al jaren rond met het idee om een komedie te draaien in het noorden van Frankrijk. ‘Als hier al een film wordt gedraaid, dan is het altijd een sociaal drama als Germinal, of een oorlogsfilm’, zegt hij in interviews. ‘Alsof er in het noorden niet wordt gelachen.’
Om die laatste ergernis draaien veel grappen in de film. Philippe, directeur van een Provençaals postkantoor, heeft op aansporen van zijn eeuwig ontevreden vrouw een overplaatsing aangevraagd naar een kantoor aan de Côte d’Azur. Een gehandicapte directeur krijgt te elfder ure voorrang, zodat hij besluit te liegen in zijn aanvraag. Hij valt natuurlijk door de mand en wordt als straf naar ‘het noorden’ overgeplaatst. ‘Naar Lyon??’ vraagt hij verschrikt aan de personeelsdirecteur. ‘Nog verder naar het noorden? Toch niet naar Parijs??’ En meteen zijn de grappen vertrokken: Philippe wordt door bezorgde familie uitgedost als een poolreiziger — van een oorlogsveteraan weet hij dat het in de zomer wel eens nul graden wordt in Bergues, maar nooit warmer. Zijn vrouw weigert resoluut zichzelf en hun kind bloot te stellen aan de wilden uit die streek, die allemaal zuipen en geen Frans spreken maar één of ander onbegrijpelijk taaltje.
Dat ch’ti is één van de ontdekkingen van de film. Ik heb vooraf wat geoefend: ‘toi’ en ‘moi’ worden ‘ti’ en ‘mi’; een s-klank wordt ‘ch’, dus ‘c’est toi?’ wordt ‘ch’ti?’ De vraag waarmee soldaten uit de regio Nord-Pas de Calais elkaar aanspraken in de loopgraven, is ook hun geuzennaam en de naam van hun streektaal geworden. Nog een paar regels: je spreekt iedereen waarmee je bevriend bent aan met ‘biloute’, ‘lulletje’; je vloekt niet ‘bordel’ maar ‘miààààrde’ en na elke zin kras je ‘àààà?’ als een kau. Daarmee weet ik evenveel als de meeste toeschouwers van de film, en als de tieners die tegenwoordig ch’ti spreken omdat het zo hip is.
Je kunt moeilijk ontkennen dat Bienvenue chez les Ch’tis het imago van het Nord-Pas de Calais goed heeft gedaan. De Fransen weten nu dat het een streek is met mooie stadjes en gastvrije inwoners, die je Ch’tis noemt. De Noord-Fransen zuchten diep. Voor hen is een Ch’ti een Picardiër, één van de twee bevolkingsgroepen van de streek, naast de Vlamingen. En de film is gedraaid in Bergues, het oude Sint-Winoksbergen. In het belfort, waar ook de dienst voor toerisme is gevestigd, hangen vlaggen met de Vlaamse leeuwen van de stad en de kasselrij; het stadje is ommuurd met stevige vestingen, die in zijn lange geschiedenis vooral aanvallen van de Fransen moesten doorstaan; naast deurbellen hangen namen als ‘Vanrechem’, ‘Pannecoucke’ en ‘Meersemaecker’; en oude inwoners van Bergues spreken West-Vlaams, geen ch’ti.
Maar in Bergues geen slecht woord over de film of Dany Boon, die Bergues koos als decor voor zijn film omdat hij er als kind op vakantie kwam en zijn oudoom er beiaardier was. Al ranselt een wind die recht uit het gat van Satan schijnt te komen het stadje, geheel volgens het cliché dat de film probeert te doorprikken, toch kom ik een dertigtal toeristen tegen tijdens mijn bezoek. ‘Dany Boon wou zijn streek herwaarderen’, zegt Jacques Martel, de huidige beiaardier van Bergues. ‘Wat hij gedaan heeft voor het Noorden verschilt niet zoveel van wat Marcel Pagnol voor de Provence heeft gedaan: de streek geschilderd via gewone mensen die waarden als vriendschap en solidariteit belangrijk vinden.’
Martel, die ook de adjunct-burgemeester is, heeft dezer dagen zijn handen vol met alle dingen ch’ti. Hij heeft een rondleiding van anderhalf uur door de stad samengesteld — vorig weekend toch goed voor een honderdvijftig wandelaars, en het toeristisch seizoen moet nog beginnen — en krijgt elke dag een handvol journalisten over de vloer of aan de lijn. Zijn charmante collega van de Dienst voor Toerisme staat er net één te woord die stevig blijft doorvragen, tot irritatie van de vier toeristen die willen weten ‘waar het brugje is waar Philippe en Antoine in het water plassen’. ‘Nee, de Dienst heeft genoeg vrijwilligers om alle rondleidingen te geven. Ja, het is gek dat iedereen het postkantoor fotografeert, want de opnames zijn in de studio gemaakt, niet in dat postkantoor. En nee, ze kan echt geen nadeel bedenken, behalve misschien één ding: onverlaten hebben het bord met de plaatsnaam Bergues gestolen dat aan één van de stadspoorten stond.’
Van stadspoort naar stadspoort doorkruis je het stadje op twintig minuten, maar er is wel wat te zien, meer zelfs dan de paar pittoreske zichten die in de film zijn gebruikt. Buiten zijn stadsmuren kan Bergues niet treden: ‘Filips de Stoute heeft ooit besloten dat Bergues geen terrein buiten zijn muren mag hebben’, zegt Martel. ‘We hebben dus geen industriezone, zoals de omliggende gemeenten: we kunnen enkel mikken op handel en toerisme.’ Verwacht u dus aan een stevige campagne rond maroilles, de pikante kaas van de regio, beiaarden, reuzen en brocantemarkten. ‘We hebben geen slecht voorjaar gedraaid’, bekent de verkoopster in één van de bakkerijen, nadat ze heeft besloten dat ik geen als Belg vermomde belastinginspecteur ben. ‘Daar zit de film zeker voor iets tussen.’
Hier is het artikel van De Standaard :
Een kleine film over het goede leven in het uiterste noodwesten van Frankrijk is een fenomeen bij onze Zuiderburen. Maar vervangt hij één set clichés door een andere?
Van onze redactrice
Inge Schelstraete
DUINKERKE/BERGUES ‘De bioscoop is op de eerste verdieping’, zegt het behulpzame meisje dat foldertjes uitdeelt, ‘maar de billeterie is hier een eindje verder rechts, si vous devez encore acheter un ch’ticket.’ De vrouw die na mij het winkel- en ontspanningscentrum aan de haven van Duinkerke binnenloopt, tut geërgerd. ‘Dat ze allemaal ch’ti willen spreken, tot daar toe, ook al vond iedereen dat een paar jaar geleden nog platvloers’, zegt ze als ik zo naïef mogelijk vraag wat er aan de hand is. ‘Maar al die jongelui doen maar wat: er is helemaal geen s-klank in ‘ticket’ waar je een ch van kunt maken. Allemaal door die film, natuurlijk.’
Ik zeg maar niet dat ik net voor die film hierheen ben gereden. Bienvenue chez les Ch’tis is een fenomeen: een filmpje van elf miljoen euro, op drie weken gedraaid, dat tien miljoen Fransen ondertussen hebben gezien. Overal wordt de vergelijking gemaakt met Astérix et les Jeux Olympiques, dat 78 miljoen euro heeft gekost, maar ondanks een promotiecampagne van 20 miljoen euro is blijven steken op zeven miljoen verkochte tickets. Dany Boon, regisseur, scenarist en één van de acteurs van de film — hij speelt de sullige postbode Antoine — liep al jaren rond met het idee om een komedie te draaien in het noorden van Frankrijk. ‘Als hier al een film wordt gedraaid, dan is het altijd een sociaal drama als Germinal, of een oorlogsfilm’, zegt hij in interviews. ‘Alsof er in het noorden niet wordt gelachen.’
Om die laatste ergernis draaien veel grappen in de film. Philippe, directeur van een Provençaals postkantoor, heeft op aansporen van zijn eeuwig ontevreden vrouw een overplaatsing aangevraagd naar een kantoor aan de Côte d’Azur. Een gehandicapte directeur krijgt te elfder ure voorrang, zodat hij besluit te liegen in zijn aanvraag. Hij valt natuurlijk door de mand en wordt als straf naar ‘het noorden’ overgeplaatst. ‘Naar Lyon??’ vraagt hij verschrikt aan de personeelsdirecteur. ‘Nog verder naar het noorden? Toch niet naar Parijs??’ En meteen zijn de grappen vertrokken: Philippe wordt door bezorgde familie uitgedost als een poolreiziger — van een oorlogsveteraan weet hij dat het in de zomer wel eens nul graden wordt in Bergues, maar nooit warmer. Zijn vrouw weigert resoluut zichzelf en hun kind bloot te stellen aan de wilden uit die streek, die allemaal zuipen en geen Frans spreken maar één of ander onbegrijpelijk taaltje.
Dat ch’ti is één van de ontdekkingen van de film. Ik heb vooraf wat geoefend: ‘toi’ en ‘moi’ worden ‘ti’ en ‘mi’; een s-klank wordt ‘ch’, dus ‘c’est toi?’ wordt ‘ch’ti?’ De vraag waarmee soldaten uit de regio Nord-Pas de Calais elkaar aanspraken in de loopgraven, is ook hun geuzennaam en de naam van hun streektaal geworden. Nog een paar regels: je spreekt iedereen waarmee je bevriend bent aan met ‘biloute’, ‘lulletje’; je vloekt niet ‘bordel’ maar ‘miààààrde’ en na elke zin kras je ‘àààà?’ als een kau. Daarmee weet ik evenveel als de meeste toeschouwers van de film, en als de tieners die tegenwoordig ch’ti spreken omdat het zo hip is.
Je kunt moeilijk ontkennen dat Bienvenue chez les Ch’tis het imago van het Nord-Pas de Calais goed heeft gedaan. De Fransen weten nu dat het een streek is met mooie stadjes en gastvrije inwoners, die je Ch’tis noemt. De Noord-Fransen zuchten diep. Voor hen is een Ch’ti een Picardiër, één van de twee bevolkingsgroepen van de streek, naast de Vlamingen. En de film is gedraaid in Bergues, het oude Sint-Winoksbergen. In het belfort, waar ook de dienst voor toerisme is gevestigd, hangen vlaggen met de Vlaamse leeuwen van de stad en de kasselrij; het stadje is ommuurd met stevige vestingen, die in zijn lange geschiedenis vooral aanvallen van de Fransen moesten doorstaan; naast deurbellen hangen namen als ‘Vanrechem’, ‘Pannecoucke’ en ‘Meersemaecker’; en oude inwoners van Bergues spreken West-Vlaams, geen ch’ti.
Maar in Bergues geen slecht woord over de film of Dany Boon, die Bergues koos als decor voor zijn film omdat hij er als kind op vakantie kwam en zijn oudoom er beiaardier was. Al ranselt een wind die recht uit het gat van Satan schijnt te komen het stadje, geheel volgens het cliché dat de film probeert te doorprikken, toch kom ik een dertigtal toeristen tegen tijdens mijn bezoek. ‘Dany Boon wou zijn streek herwaarderen’, zegt Jacques Martel, de huidige beiaardier van Bergues. ‘Wat hij gedaan heeft voor het Noorden verschilt niet zoveel van wat Marcel Pagnol voor de Provence heeft gedaan: de streek geschilderd via gewone mensen die waarden als vriendschap en solidariteit belangrijk vinden.’
Martel, die ook de adjunct-burgemeester is, heeft dezer dagen zijn handen vol met alle dingen ch’ti. Hij heeft een rondleiding van anderhalf uur door de stad samengesteld — vorig weekend toch goed voor een honderdvijftig wandelaars, en het toeristisch seizoen moet nog beginnen — en krijgt elke dag een handvol journalisten over de vloer of aan de lijn. Zijn charmante collega van de Dienst voor Toerisme staat er net één te woord die stevig blijft doorvragen, tot irritatie van de vier toeristen die willen weten ‘waar het brugje is waar Philippe en Antoine in het water plassen’. ‘Nee, de Dienst heeft genoeg vrijwilligers om alle rondleidingen te geven. Ja, het is gek dat iedereen het postkantoor fotografeert, want de opnames zijn in de studio gemaakt, niet in dat postkantoor. En nee, ze kan echt geen nadeel bedenken, behalve misschien één ding: onverlaten hebben het bord met de plaatsnaam Bergues gestolen dat aan één van de stadspoorten stond.’
Van stadspoort naar stadspoort doorkruis je het stadje op twintig minuten, maar er is wel wat te zien, meer zelfs dan de paar pittoreske zichten die in de film zijn gebruikt. Buiten zijn stadsmuren kan Bergues niet treden: ‘Filips de Stoute heeft ooit besloten dat Bergues geen terrein buiten zijn muren mag hebben’, zegt Martel. ‘We hebben dus geen industriezone, zoals de omliggende gemeenten: we kunnen enkel mikken op handel en toerisme.’ Verwacht u dus aan een stevige campagne rond maroilles, de pikante kaas van de regio, beiaarden, reuzen en brocantemarkten. ‘We hebben geen slecht voorjaar gedraaid’, bekent de verkoopster in één van de bakkerijen, nadat ze heeft besloten dat ik geen als Belg vermomde belastinginspecteur ben. ‘Daar zit de film zeker voor iets tussen.’
Laatst aangepast door Bissezele op zo aug 10, 2008 12:12 pm; in totaal 2 keer bewerkt
Bissezeele- Aantal berichten : 8819
Registration date : 24-02-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Het kan misschien wel zijn dat er twee artikels over deze film zijn verschenen maar de overgrote meerderheid van de Vlamingen zal desondanks nooit iets over deze film gehoord hebben... Vergeet niet dat deze film bijna nergens in Vlaanderen in de bioscoop te zien was (slechts in twee zalen)!
wereldburger- Aantal berichten : 41
Woonplaats : Gent
Registration date : 02-08-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Gelukkig !wereldburger schreef:Vergeet niet dat deze film bijna nergens in Vlaanderen in de bioscoop te zien was (slechts in twee zalen)!
Bissezeele- Aantal berichten : 8819
Registration date : 24-02-08
Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Zoals in de meeste landen interesseert de gewone burger zich nauwelijks voor geschiedenis en cultuur, des te meer echter voor sport, pinten drinken en kitscherige televisieprogramma's. De oorzaak ligt bij het onderwijs dat inzake taalonderricht en culturele opvoeding totaal tekortschiet. Stel u voor dat ik zes jaar secundair onderwijs heb gevolgd waarin de namen Rubens, Van Eyck, Van Dyck, Brueghel enz. niet vermeld werden. De culturele genocide in "Frans-"Vlaanderen (net zoals die in de Elzas, in Bretagne en in Baskenland) werd uiteraard evenmin vermeld, wegens politiek niet correct tegenover de Franse "bondgenoot".
Gezien de reële kans op afscheuring van Wallonië van Vlaanderen, ware het beter als Wallonië deel werd van Frankrijk en waarbij Frankrijk tenminste een deel van Frans-Vlaanderen (het gebied ten oosten van de lijn Belle-Hazebroek-Kassel-Winoksbergen, maar zonder Duinkerke) zou teruggeven.
Het is ook een groot nadeel dat er weinig of geen Frans-Vlaamse intellectuelen zijn die zich als Frans-Vlaming durven profileren. Zijn er dan geen (gepensioneerde) onderwijzers, pastoors, leraars, dokters, schrijvers / journalisten in Frans-Vlaanderen die hetzij nog Frans-Vlaming zijn én zich zo voelen, hetzij de behoefte hebben om hun voorgeschiedenis te leren kennen (alleen al hun Vlaamse familienaam en de Vlaamse naam van hun dorp zou hen al op weg moeten zetten!!). Een volk dat zijn taal verliest is als een mens die niet meer kan spreken.
Gezien de huidige taalsituatie is het meer dan hoog tijd; over 10 jaar is het te laat.
Gezien de reële kans op afscheuring van Wallonië van Vlaanderen, ware het beter als Wallonië deel werd van Frankrijk en waarbij Frankrijk tenminste een deel van Frans-Vlaanderen (het gebied ten oosten van de lijn Belle-Hazebroek-Kassel-Winoksbergen, maar zonder Duinkerke) zou teruggeven.
Het is ook een groot nadeel dat er weinig of geen Frans-Vlaamse intellectuelen zijn die zich als Frans-Vlaming durven profileren. Zijn er dan geen (gepensioneerde) onderwijzers, pastoors, leraars, dokters, schrijvers / journalisten in Frans-Vlaanderen die hetzij nog Frans-Vlaming zijn én zich zo voelen, hetzij de behoefte hebben om hun voorgeschiedenis te leren kennen (alleen al hun Vlaamse familienaam en de Vlaamse naam van hun dorp zou hen al op weg moeten zetten!!). Een volk dat zijn taal verliest is als een mens die niet meer kan spreken.
Gezien de huidige taalsituatie is het meer dan hoog tijd; over 10 jaar is het te laat.
DESSERON- Aantal berichten : 156
Leeftijd : 66
Woonplaats : Brugge
Registration date : 21-08-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
DESSERON schreef:Gezien de reële kans op afscheuring van Wallonië van Vlaanderen, ware het beter als Wallonië deel werd van Frankrijk en waarbij Frankrijk tenminste een deel van Frans-Vlaanderen (het gebied ten oosten van de lijn Belle-Hazebroek-Kassel-Winoksbergen, maar zonder Duinkerke) zou teruggeven.
Bent U serieus ?
U bent ergens, maar zeker niet in de werkelijkheid...
Maar U mag dromen natuurlijk...
En waarom die lijn Belle-Hazebroek-Kassel-Winoksbergen zonder Duinkerke ? Sorry, maar de dorpen waar het Vlaamse gevoel is de grootste zijn ten westen van die 'lijn'...(BV de 10 dorpen van het gebied van de vereniging Yser Houck).
DESSERON schreef:Het is ook een groot nadeel dat er weinig of geen Frans-Vlaamse intellectuelen zijn die zich als Frans-Vlaming durven profileren. Zijn er dan geen (gepensioneerde) onderwijzers, pastoors, leraars, dokters, schrijvers / journalisten in Frans-Vlaanderen die hetzij nog Frans-Vlaming zijn én zich zo voelen, hetzij de behoefte hebben om hun voorgeschiedenis te leren kennen (alleen al hun Vlaamse familienaam en de Vlaamse naam van hun dorp zou hen al op weg moeten zetten!!). Een volk dat zijn taal verliest is als een mens die niet meer kan spreken.
Gezien de huidige taalsituatie is het meer dan hoog tijd; over 10 jaar is het te laat.
Als journalist denk ik meteen aan Hugues Dorgueil, van de JDF (Journal des Flandres); een geleerde man die een sterk Vlaams gevoel heeft.
Bissezeele- Aantal berichten : 8819
Registration date : 24-02-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
DESSERON schreef:Zoals in de meeste landen interesseert de gewone burger zich nauwelijks voor geschiedenis en cultuur, des te meer echter voor sport, pinten drinken en kitscherige televisieprogramma's. De oorzaak ligt bij het onderwijs dat inzake taalonderricht en culturele opvoeding totaal tekortschiet. Stel u voor dat ik zes jaar secundair onderwijs heb gevolgd waarin de namen Rubens, Van Eyck, Van Dyck, Brueghel enz. niet vermeld werden.
U hebt helaas gelijk...Er is overal herzelfde proces...
DESSERON schreef: Een volk dat zijn taal verliest is als een mens die niet meer kan spreken.
Gezien de huidige taalsituatie is het meer dan hoog tijd; over 10 jaar is het te laat.
Absoluut. over 10 jaar is het te laat. Het initiatief van de ANVT is dus het laatste. Dit initiatief strijden is dus ook de Frans-Vlaamse cultuur/identiteit 'verzwakken' (eufemisme).
Het gevolg ?
Frans-Vlaanderen zal een volwaardige deel worden van Ch'tiland. Dat is zeker. Hein les biloutes ?
De kinderen en de jongeren van Frans-Vlaanderen zullen zeker niet het Nederlands studeren.
"Waarom leren de taal van de Belgen en de Nederlanders? We hebben geen culturele band met hen.
Liever het Spaans leren; het lijkt aan onze moedertaal; het Frans."
A la rvoyure ! T'as vu min garchon, mi ch'parle un dialecte de ch'franchais. A Bergues (not capitale des ch'tis) y parlent cômme cho. Ch'comprends pas commin tin cause quand tin parles ch'belge!! on n'a rien a voir avec v'ot culture. Tin comprin , Hein ?
Et pindint qu'j'y pinse, merchi à la voix de ch'nord, y nous on rendu l'vrai culture des gens de ch'nord!
Bissezeele- Aantal berichten : 8819
Registration date : 24-02-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Als iedereen in Frans-Vlaanderen die het Nederlands of het Frans-Vlaams machtig is de taal in huiselijke kring aanleert aan zijn of haar (klein)kinderen dan zal jullie taal nooit uitsterven.Bissezele schreef:De kinderen en de jongeren van Frans-Vlaanderen zullen zeker niet het Nederlands studeren.
wereldburger- Aantal berichten : 41
Woonplaats : Gent
Registration date : 02-08-08
Een zeer interessant en uitvoerig Belgisch Vlaams standpunt over Frans-Vlaanderen
Op de website van jong NVA West-Vlaanderen gelezen :
Bron: Knack
Bron: Knack
Steek in de Westhoek de grens over, en je komt taalkundig in de zeventiende eeuw terecht. Het oude Frans-Vlaams maakt een onverwachte opleving mee. Frieten, moffen, Daens en taalfaciliteiten? Klinkt verdacht bekend. Tot den noste kie!
'De schok van het vertrouwde' toetert een reisgids voor Noord-Frankrijk. Het klopt nog ook. Je ziet er dezelfde boerderijtjes als in Vlaanderen, dezelfde kapelletjes, dezelfde landschappen. Maar de échte schok is dat overal de Vlaamse Leeuw wappert. Die vlag is het symbool van Les Flandres, het gebied tussen de Aa en de Leie, de streek waar je dorpen vindt met namen als Steenwerck, Hazebrouck, Wormhout, Hondschoote, Zegerscappel en Broxeele. Of met verfranste namen als Esquelbeck (Ekelsbeke), Dunkerque (Duinkerken) en Morbeque (Moerbeke).
Flandre is hier een merknaam geworden, en die wordt gretig uitgespeeld. Chocolade, frieten, karbonade, potjesvleisch, bier: allemaal Vlaams. Belforten, reuzen, beiaarden, volksdansen en vendelzwaaiers: allemaal Vlaams.
Maar. In deze streek werd een film opgenomen: Bienvenue chez les Ch'tis. Ch'tis was oorspronkelijk een scheldnaam. In de Eerste Wereldoorlog lachten de Franse soldaten zich een breuk met die lui uit Picardië. Die zeggen 'ch'ti' voor 'c'est toi' en 'ch'mi' voor 'c'est moi'. En dus spreken de Ch'tis sindsdien Ch'timi.
De scheldnaam is vandaag een eretitel, dankzij het enorme succes van de film in heel Frankrijk. Horden toeristen komen nu naar Bergues (Sint-Winoksbergen), waar de film zich afspeelt. Er worden rondleidingen georganiseerd naar de filmlocaties, winkels in het stadje proberen T-shirts, petten en schorten te slijten waarop de toerist welkom wordt geheten bij de Ch'tis. En wie het toerismebureau binnenstapt, krijgt een postkaart met het affiche van de film cadeau.
De middenstand wrijft zich in de handen: het toerisme is toegenomen, vooral dan in Bergues zelf. De woordvoerder van het Comité Régional de Tourisme, Alain Etienne, is laaiend enthousiast: 'We hebben maar voorlopige cijfers, maar het succes is enorm. Waar we vroeger een twintigtal mensen hadden in het weekend, zijn dat er nu duizend. Niet alleen hotels en restaurants zijn tevreden, ook de producenten van lokale producten en souvenirs. Sommigen hebben zelfs geen voorraad meer.'
Maar. De echte Picardiërs zijn boos. De mensen in de film spreken geen Picardisch, wat een oude vorm van het Frans is. Ze spreken 'Frans met een boerenaccent', en bevestigen daardoor nog maar eens de minachting voor een streek.
Ook de Frans-Vlamingen zijn boos. Picardië is een andere streek, grofweg het stuk rond de Somme en de Marne. Dat heeft niets te maken met Vlaanderen. Alain Etienne heeft weet van de protesten: 'Alles in de film is in het Picardisch, dat klopt. Maar we moeten eerlijk zijn: de Vlamingen kwamen en komen niet naar buiten. De Vlaamse cultuur blijft daardoor zo goed als onbekend, en dat is jammer.'
Daniel Wayolle, de baas van het Office de Tourisme in Bergues, is veel minder vriendelijk. 'De Vlaamse identiteit bestaat, maar de extremistische flaminganten misbruiken het succes van de film. Ze stellen onzinnige eisen, ze willen hun taal opleggen.' Wayolle is duidelijk: het is onzin om iemand een bepaalde taal op te dringen.
Maar. In Frankrijk luidt artikel 1 van de grondwet dat Frans de officiële taal is. Voor iedereen. Toch worden in Frankrijk 24 regionale talen gesproken. Al jaren wordt actie gevoerd om die talen te laten erkennen. Kleine successen zijn er. In 1951 werd toegegeven dat er regionale talen zijn. Sinds 1975 mogen die talen onderwezen worden, alleen worden de leraren niet betaald. Ook de leraren Nederlands niet.
Frans of Nederlands?
Tegelijk is een echt gevecht aan de gang. De Flamands zien zich gehinderd door de néerlandophiles. Steeds meer mensen willen Nederlands leren. Omdat ze werk willen in het rijke Vlaanderen, dat toch vlakbij is. Of omdat ze hun stamboom opmaken en de oude documenten willen kunnen lezen. Of omdat ze met hun kleinkinderen willen praten. Noord-Frankrijk is een arme streek en veel Noord-Fransen weken uit naar Vlaanderen of Nederland.
Sandrine Bernard is beheerder van het Maison du néerlandais in Bailleul (Belle). Daar kun je in avond- en dagschool Nederlands leren. Maar dat kost geld. De stad steunt dat wel, zegt ze, maar Parijs weigert subsidies.
Jozef Deleu, dichter en oprichter van de tijdschriften Ons Erfdeel en Het Liegend Konijn, is dé expert als het om Frans-Vlaanderen gaat. 'De officiële Franse definitie van een regionale taal houdt in dat ze geen band kan hebben met een taal in andere landen', zegt hij. 'Vlaams wil Parijs eventueel steunen, Nederlands zeker niet.'
En dus krijgt het Maison du néerlandais geen subsidies en veel kritiek. Maar ze houden vol. Mensen moeten Nederlands leren, zodat ze hun taalgenoten in Vlaanderen en Nederland begrijpen en met hen kunnen praten, vinden ze daar. En de Nederlandstalige literatuur kunnen lezen.
Wie daarna Vlaams wil leren, kan dat. 'We zijn zeker niet tegen het Vlaams ', stelt Sandrine Bernard. 'In september opent hier het "Rondje koffiepot", een wekelijkse bijeenkomst van mensen die samen Vlaams spreken.'
Maar: hoe zit dat eigenlijk met dat Vlaams?
Deleu: 'Vlaams werd vroeger gesproken van Duinkerken tot Hazebroek', zegt hij. 'Het was de thuistaal en de taal van de Kerk. Het bisdom Kamerijk drukte tot in de negentiende eeuw een Nederlandstalige catechismus en zelfs Rijsel gaf nog in 1931 een tweetalige Catéchisme de Lille uit.' In de negentiende eeuw werden pastoors uit West-Vlaanderen geroepen om te komen preken. Enkele sociaalvoelende pastoors leerden Vlaams. Een van hen is een lokale held. Jules Lemire (1853-1928) was leraar aan het college van Hazebrouck. Dat stadje noemt zich vandaag trots de hoofdstad van Coeur de Flandre. Lemire had vooral Vlaamssprekende leerlingen. Nadat paus Leo XIII zijn encycliek Rerum Novarum publiceerde, ging hij de politiek in. Hij werd volksvertegenwoordiger, botste op kerkelijke weerstand en mocht geen les meer geven. Een van zijn vrienden steunde zijn politieke loopbaan met de krant Le cri des Flandres. De bisschop verbood de katholieken om die krant te lezen en verbood Lemire nog de mis voor te gaan. Een soort Noord-Franse Adolf Daens dus, maar met meer succes. De wetten op zwangerschapsverlof, kinderbijslag, en kinder- en vrouwenarbeid zijn van zijn hand. Pen-sioenkassen, ziekteverzekering, volkstuinen, syndicaten, ze werden door hem gelanceerd. En zijn gemeente Hazebrouck was de eerste met sociale woningen, met waterleiding en een dienst voor kinderwelzijn.
Samen met de advocaat Edmond De Coussemaker (1805-1876) probeerde hij ook om in de katholieke scholen de lessen in het Nederlands te geven. Maar dat werd in 1853 bij wet verboden: alleen Frans mocht nog in de scholen.
Vlaams werd een gesproken taal, die van dorp tot dorp verschilde. Tussen beide wereldoorlogen werd onder de leiding van de Frans-Vlaamse priester Jean-Marie Gantois (1904-1968) een Vlaams-nationalistische beweging opgezet, die opkwam voor het Nederlands. Dat Gantois na de oorlog werd veroordeeld en tot vandaag door extremistische flaminganten wordt geclaimd, hielp al helemaal niet.
Deleu: 'Dat stigma was er al veel vroeger. Voor veel Franstaligen is er geen verschil tussen Duits en Nederlands. Vlaams is de taal van les Boches du Nord. Maar vooral na de Tweede Wereldoorlog kalfde het Noord-Franse Vlaams - net als alle dialecten - snel af, omdat het Frans via radio en televisie de huiskamers binnenkwam. Jarenlang kon je in Frankrijk geen Nederlandstalige zenders ontvangen.'
Vanuit Vlaanderen werd na de Tweede Wereldoorlog door het Comité voor Frans-Vlaanderen veel ondernomen om het Nederlands in Frans-Vlaanderen te bevorderen via talrijke cursussen Nederlands. In het wetenschappelijke jaarboek De Franse Nederlanden van Ons Erfdeel verschijnt ook al dertig jaar een lexicon waarin nauwgezet de taal van Frans-Vlaanderen in kaart wordt gebracht.
Liesbet Triest werkt aan de Universiteit Gent als redacteur van het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten. 'We schatten dat er nog zo'n twintig- à veertigduizend sprekers zijn. Maar omdat alle officiële contacten in het Frans verlopen, weten mensen vaak niet dat er in de buurt Vlaamssprekenden zijn.'
Triest vindt het Vlaams dat daar gesproken wordt uitermate interessant. 'Sinds het einde van de negentiende eeuw is er wetenschappelijk onderzoek naar Vlaamse dialecten, ook naar het Vlaams dat in Noord-Frankrijk wordt gesproken. Frans-Vlaams, dat eigenlijk een continuüm is van het dialect van de Westhoek, veranderde nauwelijks sinds de zeventiende eeuw, en dat is ook verklaarbaar. Om te beginnen is het een dialect uit een perifere en dunbevolkte streek, met een overwegend agrarische bevolking. Landbouwers blijven in hun parochie, waardoor ze minder invloed ondergaan van andere dialecten of van de standaardtaal. Dat levert dialectvaste sprekers op. We zien dat ook in West-Vlaanderen, samen met Limburg - ook een perifeer gebied - de meest dialectvaste provincie van ons land.'
'Bovendien wordt Frans-Vlaams overkoepeld door het Frans', zegt Triest. 'Het werd en wordt alleen gesproken in de familiale kring, er komen dus geen nieuwe woorden bij, omdat die niet nodig zijn. Frans-Vlaams werd lange tijd niet meer geschreven. Dat brengt mee dat veel Frans-Vlamingen het moderne Nederlands nauwelijks kunnen lezen en het trouwens ook niet begrijpen.'
Dat kunnen we zelf constateren. Mensen in de straat spreken Vlaams, maar ze begrijpen onze vragen niet. Sterker, ze ontkennen dat ze Vlaams spreken. Hun ouders, ja. Of de dokter, de burgemeester, de slager. Maar zijzelf niet. Zij spreken Frans.
Toch hoeven we niet erg aan te dringen om de verhalen te horen. Hoe ze op school gestraft werden omdat ze onder elkaar Vlaams spraken. Een wat oudere dame vertelt dat ze op kostschool in Duinkerken zat 'om Frans te leren'. Daar kwamen ook meisjes uit de Westhoek, om dezelfde reden. Maar als ze Vlaams spraken met elkaar, werden ze uitgescholden voor 'boerentrutten' of 'wilden'. Voor stommelingen die een patois brabbelden in plaats van behoorlijk Frans te spreken.
En vandaag? Ach ja, thuis spreken ze Vlaams en zeker op de buiten wordt thuis Vlaams gesproken. Dat klopt. Mensen roepen elkaar 'tot den noste kie' (tot de volgende keer) toe als afscheid. Vlaams wordt steeds meer gemengd met Franse woorden. Een beetje zoals het échte Brussels bij ons. Maar 'le flamand se défend' wordt ons verteld. Mensen willen weer Vlaams leren.
Triest: 'Die hernieuwde aandacht is ook te verklaren. Dat de sprekers over het algemeen oudere mensen zijn en dat het dialect dus letterlijk uitsterft - je zou kunnen stellen dat het een bijna dode taal is - heeft wellicht wat alarmbellen doen afgaan.'
Maar dan vooral in Parijs. Nu het regionalisme overal in Europa de wind in de zeilen heeft, blokkeert Parijs volkomen. Frankrijk weigerde zelfs het 'Europees Charter voor de regionale talen en talen van minderheden' te ratificeren. Een grondwetswijziging die aan artikel 1 wilde toevoegen dat 'de regionale talen deel uitmaken uit van het patrimonium', werd afgeschoten. De argumenten zouden de Franstalige politici in de Brusselse Rand doen schuimbekken: 'Er zijn in Frankrijk geen minderheden.' En nog: 'Stel je voor dat mensen onderwijs of formulieren in een andere taal zouden vragen!'
Een kleine minderheid wil dat ook. Een groep eist zelfs een eigen regio, los van Parijs en zeker los van het Franse centralisme. Maar de overgrote meerderheid ziet vooral heil in tweetaligheid, voor Frankrijk een wonderlijk begrip. En die Vlaamse Leeuw? Gewoon een symbool van een regio die trots is op zijn verleden en cultuur, en onbekommerd samenwerkt met de Vlamingen over de grens. Europeser kan haast niet.
'De schok van het vertrouwde' toetert een reisgids voor Noord-Frankrijk. Het klopt nog ook. Je ziet er dezelfde boerderijtjes als in Vlaanderen, dezelfde kapelletjes, dezelfde landschappen. Maar de échte schok is dat overal de Vlaamse Leeuw wappert. Die vlag is het symbool van Les Flandres, het gebied tussen de Aa en de Leie, de streek waar je dorpen vindt met namen als Steenwerck, Hazebrouck, Wormhout, Hondschoote, Zegerscappel en Broxeele. Of met verfranste namen als Esquelbeck (Ekelsbeke), Dunkerque (Duinkerken) en Morbeque (Moerbeke).
Flandre is hier een merknaam geworden, en die wordt gretig uitgespeeld. Chocolade, frieten, karbonade, potjesvleisch, bier: allemaal Vlaams. Belforten, reuzen, beiaarden, volksdansen en vendelzwaaiers: allemaal Vlaams.
Maar. In deze streek werd een film opgenomen: Bienvenue chez les Ch'tis. Ch'tis was oorspronkelijk een scheldnaam. In de Eerste Wereldoorlog lachten de Franse soldaten zich een breuk met die lui uit Picardië. Die zeggen 'ch'ti' voor 'c'est toi' en 'ch'mi' voor 'c'est moi'. En dus spreken de Ch'tis sindsdien Ch'timi.
De scheldnaam is vandaag een eretitel, dankzij het enorme succes van de film in heel Frankrijk. Horden toeristen komen nu naar Bergues (Sint-Winoksbergen), waar de film zich afspeelt. Er worden rondleidingen georganiseerd naar de filmlocaties, winkels in het stadje proberen T-shirts, petten en schorten te slijten waarop de toerist welkom wordt geheten bij de Ch'tis. En wie het toerismebureau binnenstapt, krijgt een postkaart met het affiche van de film cadeau.
De middenstand wrijft zich in de handen: het toerisme is toegenomen, vooral dan in Bergues zelf. De woordvoerder van het Comité Régional de Tourisme, Alain Etienne, is laaiend enthousiast: 'We hebben maar voorlopige cijfers, maar het succes is enorm. Waar we vroeger een twintigtal mensen hadden in het weekend, zijn dat er nu duizend. Niet alleen hotels en restaurants zijn tevreden, ook de producenten van lokale producten en souvenirs. Sommigen hebben zelfs geen voorraad meer.'
Maar. De echte Picardiërs zijn boos. De mensen in de film spreken geen Picardisch, wat een oude vorm van het Frans is. Ze spreken 'Frans met een boerenaccent', en bevestigen daardoor nog maar eens de minachting voor een streek.
Ook de Frans-Vlamingen zijn boos. Picardië is een andere streek, grofweg het stuk rond de Somme en de Marne. Dat heeft niets te maken met Vlaanderen. Alain Etienne heeft weet van de protesten: 'Alles in de film is in het Picardisch, dat klopt. Maar we moeten eerlijk zijn: de Vlamingen kwamen en komen niet naar buiten. De Vlaamse cultuur blijft daardoor zo goed als onbekend, en dat is jammer.'
Daniel Wayolle, de baas van het Office de Tourisme in Bergues, is veel minder vriendelijk. 'De Vlaamse identiteit bestaat, maar de extremistische flaminganten misbruiken het succes van de film. Ze stellen onzinnige eisen, ze willen hun taal opleggen.' Wayolle is duidelijk: het is onzin om iemand een bepaalde taal op te dringen.
Maar. In Frankrijk luidt artikel 1 van de grondwet dat Frans de officiële taal is. Voor iedereen. Toch worden in Frankrijk 24 regionale talen gesproken. Al jaren wordt actie gevoerd om die talen te laten erkennen. Kleine successen zijn er. In 1951 werd toegegeven dat er regionale talen zijn. Sinds 1975 mogen die talen onderwezen worden, alleen worden de leraren niet betaald. Ook de leraren Nederlands niet.
Frans of Nederlands?
Tegelijk is een echt gevecht aan de gang. De Flamands zien zich gehinderd door de néerlandophiles. Steeds meer mensen willen Nederlands leren. Omdat ze werk willen in het rijke Vlaanderen, dat toch vlakbij is. Of omdat ze hun stamboom opmaken en de oude documenten willen kunnen lezen. Of omdat ze met hun kleinkinderen willen praten. Noord-Frankrijk is een arme streek en veel Noord-Fransen weken uit naar Vlaanderen of Nederland.
Sandrine Bernard is beheerder van het Maison du néerlandais in Bailleul (Belle). Daar kun je in avond- en dagschool Nederlands leren. Maar dat kost geld. De stad steunt dat wel, zegt ze, maar Parijs weigert subsidies.
Jozef Deleu, dichter en oprichter van de tijdschriften Ons Erfdeel en Het Liegend Konijn, is dé expert als het om Frans-Vlaanderen gaat. 'De officiële Franse definitie van een regionale taal houdt in dat ze geen band kan hebben met een taal in andere landen', zegt hij. 'Vlaams wil Parijs eventueel steunen, Nederlands zeker niet.'
En dus krijgt het Maison du néerlandais geen subsidies en veel kritiek. Maar ze houden vol. Mensen moeten Nederlands leren, zodat ze hun taalgenoten in Vlaanderen en Nederland begrijpen en met hen kunnen praten, vinden ze daar. En de Nederlandstalige literatuur kunnen lezen.
Wie daarna Vlaams wil leren, kan dat. 'We zijn zeker niet tegen het Vlaams ', stelt Sandrine Bernard. 'In september opent hier het "Rondje koffiepot", een wekelijkse bijeenkomst van mensen die samen Vlaams spreken.'
Maar: hoe zit dat eigenlijk met dat Vlaams?
Deleu: 'Vlaams werd vroeger gesproken van Duinkerken tot Hazebroek', zegt hij. 'Het was de thuistaal en de taal van de Kerk. Het bisdom Kamerijk drukte tot in de negentiende eeuw een Nederlandstalige catechismus en zelfs Rijsel gaf nog in 1931 een tweetalige Catéchisme de Lille uit.' In de negentiende eeuw werden pastoors uit West-Vlaanderen geroepen om te komen preken. Enkele sociaalvoelende pastoors leerden Vlaams. Een van hen is een lokale held. Jules Lemire (1853-1928) was leraar aan het college van Hazebrouck. Dat stadje noemt zich vandaag trots de hoofdstad van Coeur de Flandre. Lemire had vooral Vlaamssprekende leerlingen. Nadat paus Leo XIII zijn encycliek Rerum Novarum publiceerde, ging hij de politiek in. Hij werd volksvertegenwoordiger, botste op kerkelijke weerstand en mocht geen les meer geven. Een van zijn vrienden steunde zijn politieke loopbaan met de krant Le cri des Flandres. De bisschop verbood de katholieken om die krant te lezen en verbood Lemire nog de mis voor te gaan. Een soort Noord-Franse Adolf Daens dus, maar met meer succes. De wetten op zwangerschapsverlof, kinderbijslag, en kinder- en vrouwenarbeid zijn van zijn hand. Pen-sioenkassen, ziekteverzekering, volkstuinen, syndicaten, ze werden door hem gelanceerd. En zijn gemeente Hazebrouck was de eerste met sociale woningen, met waterleiding en een dienst voor kinderwelzijn.
Samen met de advocaat Edmond De Coussemaker (1805-1876) probeerde hij ook om in de katholieke scholen de lessen in het Nederlands te geven. Maar dat werd in 1853 bij wet verboden: alleen Frans mocht nog in de scholen.
Vlaams werd een gesproken taal, die van dorp tot dorp verschilde. Tussen beide wereldoorlogen werd onder de leiding van de Frans-Vlaamse priester Jean-Marie Gantois (1904-1968) een Vlaams-nationalistische beweging opgezet, die opkwam voor het Nederlands. Dat Gantois na de oorlog werd veroordeeld en tot vandaag door extremistische flaminganten wordt geclaimd, hielp al helemaal niet.
Deleu: 'Dat stigma was er al veel vroeger. Voor veel Franstaligen is er geen verschil tussen Duits en Nederlands. Vlaams is de taal van les Boches du Nord. Maar vooral na de Tweede Wereldoorlog kalfde het Noord-Franse Vlaams - net als alle dialecten - snel af, omdat het Frans via radio en televisie de huiskamers binnenkwam. Jarenlang kon je in Frankrijk geen Nederlandstalige zenders ontvangen.'
Vanuit Vlaanderen werd na de Tweede Wereldoorlog door het Comité voor Frans-Vlaanderen veel ondernomen om het Nederlands in Frans-Vlaanderen te bevorderen via talrijke cursussen Nederlands. In het wetenschappelijke jaarboek De Franse Nederlanden van Ons Erfdeel verschijnt ook al dertig jaar een lexicon waarin nauwgezet de taal van Frans-Vlaanderen in kaart wordt gebracht.
Liesbet Triest werkt aan de Universiteit Gent als redacteur van het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten. 'We schatten dat er nog zo'n twintig- à veertigduizend sprekers zijn. Maar omdat alle officiële contacten in het Frans verlopen, weten mensen vaak niet dat er in de buurt Vlaamssprekenden zijn.'
Triest vindt het Vlaams dat daar gesproken wordt uitermate interessant. 'Sinds het einde van de negentiende eeuw is er wetenschappelijk onderzoek naar Vlaamse dialecten, ook naar het Vlaams dat in Noord-Frankrijk wordt gesproken. Frans-Vlaams, dat eigenlijk een continuüm is van het dialect van de Westhoek, veranderde nauwelijks sinds de zeventiende eeuw, en dat is ook verklaarbaar. Om te beginnen is het een dialect uit een perifere en dunbevolkte streek, met een overwegend agrarische bevolking. Landbouwers blijven in hun parochie, waardoor ze minder invloed ondergaan van andere dialecten of van de standaardtaal. Dat levert dialectvaste sprekers op. We zien dat ook in West-Vlaanderen, samen met Limburg - ook een perifeer gebied - de meest dialectvaste provincie van ons land.'
'Bovendien wordt Frans-Vlaams overkoepeld door het Frans', zegt Triest. 'Het werd en wordt alleen gesproken in de familiale kring, er komen dus geen nieuwe woorden bij, omdat die niet nodig zijn. Frans-Vlaams werd lange tijd niet meer geschreven. Dat brengt mee dat veel Frans-Vlamingen het moderne Nederlands nauwelijks kunnen lezen en het trouwens ook niet begrijpen.'
Dat kunnen we zelf constateren. Mensen in de straat spreken Vlaams, maar ze begrijpen onze vragen niet. Sterker, ze ontkennen dat ze Vlaams spreken. Hun ouders, ja. Of de dokter, de burgemeester, de slager. Maar zijzelf niet. Zij spreken Frans.
Toch hoeven we niet erg aan te dringen om de verhalen te horen. Hoe ze op school gestraft werden omdat ze onder elkaar Vlaams spraken. Een wat oudere dame vertelt dat ze op kostschool in Duinkerken zat 'om Frans te leren'. Daar kwamen ook meisjes uit de Westhoek, om dezelfde reden. Maar als ze Vlaams spraken met elkaar, werden ze uitgescholden voor 'boerentrutten' of 'wilden'. Voor stommelingen die een patois brabbelden in plaats van behoorlijk Frans te spreken.
En vandaag? Ach ja, thuis spreken ze Vlaams en zeker op de buiten wordt thuis Vlaams gesproken. Dat klopt. Mensen roepen elkaar 'tot den noste kie' (tot de volgende keer) toe als afscheid. Vlaams wordt steeds meer gemengd met Franse woorden. Een beetje zoals het échte Brussels bij ons. Maar 'le flamand se défend' wordt ons verteld. Mensen willen weer Vlaams leren.
Triest: 'Die hernieuwde aandacht is ook te verklaren. Dat de sprekers over het algemeen oudere mensen zijn en dat het dialect dus letterlijk uitsterft - je zou kunnen stellen dat het een bijna dode taal is - heeft wellicht wat alarmbellen doen afgaan.'
Maar dan vooral in Parijs. Nu het regionalisme overal in Europa de wind in de zeilen heeft, blokkeert Parijs volkomen. Frankrijk weigerde zelfs het 'Europees Charter voor de regionale talen en talen van minderheden' te ratificeren. Een grondwetswijziging die aan artikel 1 wilde toevoegen dat 'de regionale talen deel uitmaken uit van het patrimonium', werd afgeschoten. De argumenten zouden de Franstalige politici in de Brusselse Rand doen schuimbekken: 'Er zijn in Frankrijk geen minderheden.' En nog: 'Stel je voor dat mensen onderwijs of formulieren in een andere taal zouden vragen!'
Een kleine minderheid wil dat ook. Een groep eist zelfs een eigen regio, los van Parijs en zeker los van het Franse centralisme. Maar de overgrote meerderheid ziet vooral heil in tweetaligheid, voor Frankrijk een wonderlijk begrip. En die Vlaamse Leeuw? Gewoon een symbool van een regio die trots is op zijn verleden en cultuur, en onbekommerd samenwerkt met de Vlamingen over de grens. Europeser kan haast niet.
Bissezeele- Aantal berichten : 8819
Registration date : 24-02-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Sorry Bissezele maar zo te zien heeft 'jouw film' losgemaakt wat ik echt gehoopt had vanaf het begin.
Nu de commercialisering naar zijn einde loopt zijn de plaatselijke bewoners zich gaan realiseren hoe Vlaams ze nog zijn.
Onderhuids borrelt er heel wat , dat lees je in bovenstaande tekst.
Hoera !
Dus mag Frankrijk met zijn groot EU-ego eens beginnen voor zijn eigen deur te vegen want het is veel groter dan Parijs.
Vlamingen verenig U
Nu de commercialisering naar zijn einde loopt zijn de plaatselijke bewoners zich gaan realiseren hoe Vlaams ze nog zijn.
Onderhuids borrelt er heel wat , dat lees je in bovenstaande tekst.
Maar de overgrote meerderheid ziet vooral heil in tweetaligheid, voor Frankrijk een wonderlijk begrip. En die Vlaamse Leeuw? Gewoon een symbool van een regio die trots is op zijn verleden en cultuur, en onbekommerd samenwerkt met de Vlamingen over de grens. Europeser kan haast niet.
Hoera !
Dus mag Frankrijk met zijn groot EU-ego eens beginnen voor zijn eigen deur te vegen want het is veel groter dan Parijs.
Vlamingen verenig U
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Bissezele schreef:Op de website van jong NVA West-Vlaanderen gelezen :
Bron: KnackSteek in de Westhoek de grens over, en je komt taalkundig in de zeventiende eeuw terecht. Het oude Frans-Vlaams maakt een onverwachte opleving mee. Frieten, moffen, Daens en taalfaciliteiten? Klinkt verdacht bekend. Tot den noste kie!
'De schok van het vertrouwde' toetert een reisgids voor Noord-Frankrijk. Het klopt nog ook. Je ziet er dezelfde boerderijtjes als in Vlaanderen, dezelfde kapelletjes, dezelfde landschappen. Maar de échte schok is dat overal de Vlaamse Leeuw wappert. Die vlag is het symbool van Les Flandres, het gebied tussen de Aa en de Leie, de streek waar je dorpen vindt met namen als Steenwerck, Hazebrouck, Wormhout, Hondschoote, Zegerscappel en Broxeele. Of met verfranste namen als Esquelbeck (Ekelsbeke), Dunkerque (Duinkerken) en Morbeque (Moerbeke).
Flandre is hier een merknaam geworden, en die wordt gretig uitgespeeld. Chocolade, frieten, karbonade, potjesvleisch, bier: allemaal Vlaams. Belforten, reuzen, beiaarden, volksdansen en vendelzwaaiers: allemaal Vlaams.
Maar. In deze streek werd een film opgenomen: Bienvenue chez les Ch'tis. Ch'tis was oorspronkelijk een scheldnaam. In de Eerste Wereldoorlog lachten de Franse soldaten zich een breuk met die lui uit Picardië. Die zeggen 'ch'ti' voor 'c'est toi' en 'ch'mi' voor 'c'est moi'. En dus spreken de Ch'tis sindsdien Ch'timi.
De scheldnaam is vandaag een eretitel, dankzij het enorme succes van de film in heel Frankrijk. Horden toeristen komen nu naar Bergues (Sint-Winoksbergen), waar de film zich afspeelt. Er worden rondleidingen georganiseerd naar de filmlocaties, winkels in het stadje proberen T-shirts, petten en schorten te slijten waarop de toerist welkom wordt geheten bij de Ch'tis. En wie het toerismebureau binnenstapt, krijgt een postkaart met het affiche van de film cadeau.
De middenstand wrijft zich in de handen: het toerisme is toegenomen, vooral dan in Bergues zelf. De woordvoerder van het Comité Régional de Tourisme, Alain Etienne, is laaiend enthousiast: 'We hebben maar voorlopige cijfers, maar het succes is enorm. Waar we vroeger een twintigtal mensen hadden in het weekend, zijn dat er nu duizend. Niet alleen hotels en restaurants zijn tevreden, ook de producenten van lokale producten en souvenirs. Sommigen hebben zelfs geen voorraad meer.'
Maar. De echte Picardiërs zijn boos. De mensen in de film spreken geen Picardisch, wat een oude vorm van het Frans is. Ze spreken 'Frans met een boerenaccent', en bevestigen daardoor nog maar eens de minachting voor een streek.
Ook de Frans-Vlamingen zijn boos. Picardië is een andere streek, grofweg het stuk rond de Somme en de Marne. Dat heeft niets te maken met Vlaanderen. Alain Etienne heeft weet van de protesten: 'Alles in de film is in het Picardisch, dat klopt. Maar we moeten eerlijk zijn: de Vlamingen kwamen en komen niet naar buiten. De Vlaamse cultuur blijft daardoor zo goed als onbekend, en dat is jammer.'
Daniel Wayolle, de baas van het Office de Tourisme in Bergues, is veel minder vriendelijk. 'De Vlaamse identiteit bestaat, maar de extremistische flaminganten misbruiken het succes van de film. Ze stellen onzinnige eisen, ze willen hun taal opleggen.' Wayolle is duidelijk: het is onzin om iemand een bepaalde taal op te dringen.
Maar. In Frankrijk luidt artikel 1 van de grondwet dat Frans de officiële taal is. Voor iedereen. Toch worden in Frankrijk 24 regionale talen gesproken. Al jaren wordt actie gevoerd om die talen te laten erkennen. Kleine successen zijn er. In 1951 werd toegegeven dat er regionale talen zijn. Sinds 1975 mogen die talen onderwezen worden, alleen worden de leraren niet betaald. Ook de leraren Nederlands niet.
Frans of Nederlands?
Tegelijk is een echt gevecht aan de gang. De Flamands zien zich gehinderd door de néerlandophiles. Steeds meer mensen willen Nederlands leren. Omdat ze werk willen in het rijke Vlaanderen, dat toch vlakbij is. Of omdat ze hun stamboom opmaken en de oude documenten willen kunnen lezen. Of omdat ze met hun kleinkinderen willen praten. Noord-Frankrijk is een arme streek en veel Noord-Fransen weken uit naar Vlaanderen of Nederland.
Sandrine Bernard is beheerder van het Maison du néerlandais in Bailleul (Belle). Daar kun je in avond- en dagschool Nederlands leren. Maar dat kost geld. De stad steunt dat wel, zegt ze, maar Parijs weigert subsidies.
Jozef Deleu, dichter en oprichter van de tijdschriften Ons Erfdeel en Het Liegend Konijn, is dé expert als het om Frans-Vlaanderen gaat. 'De officiële Franse definitie van een regionale taal houdt in dat ze geen band kan hebben met een taal in andere landen', zegt hij. 'Vlaams wil Parijs eventueel steunen, Nederlands zeker niet.'
En dus krijgt het Maison du néerlandais geen subsidies en veel kritiek. Maar ze houden vol. Mensen moeten Nederlands leren, zodat ze hun taalgenoten in Vlaanderen en Nederland begrijpen en met hen kunnen praten, vinden ze daar. En de Nederlandstalige literatuur kunnen lezen.
Wie daarna Vlaams wil leren, kan dat. 'We zijn zeker niet tegen het Vlaams ', stelt Sandrine Bernard. 'In september opent hier het "Rondje koffiepot", een wekelijkse bijeenkomst van mensen die samen Vlaams spreken.'
Maar: hoe zit dat eigenlijk met dat Vlaams?
Deleu: 'Vlaams werd vroeger gesproken van Duinkerken tot Hazebroek', zegt hij. 'Het was de thuistaal en de taal van de Kerk. Het bisdom Kamerijk drukte tot in de negentiende eeuw een Nederlandstalige catechismus en zelfs Rijsel gaf nog in 1931 een tweetalige Catéchisme de Lille uit.' In de negentiende eeuw werden pastoors uit West-Vlaanderen geroepen om te komen preken. Enkele sociaalvoelende pastoors leerden Vlaams. Een van hen is een lokale held. Jules Lemire (1853-1928) was leraar aan het college van Hazebrouck. Dat stadje noemt zich vandaag trots de hoofdstad van Coeur de Flandre. Lemire had vooral Vlaamssprekende leerlingen. Nadat paus Leo XIII zijn encycliek Rerum Novarum publiceerde, ging hij de politiek in. Hij werd volksvertegenwoordiger, botste op kerkelijke weerstand en mocht geen les meer geven. Een van zijn vrienden steunde zijn politieke loopbaan met de krant Le cri des Flandres. De bisschop verbood de katholieken om die krant te lezen en verbood Lemire nog de mis voor te gaan. Een soort Noord-Franse Adolf Daens dus, maar met meer succes. De wetten op zwangerschapsverlof, kinderbijslag, en kinder- en vrouwenarbeid zijn van zijn hand. Pen-sioenkassen, ziekteverzekering, volkstuinen, syndicaten, ze werden door hem gelanceerd. En zijn gemeente Hazebrouck was de eerste met sociale woningen, met waterleiding en een dienst voor kinderwelzijn.
Samen met de advocaat Edmond De Coussemaker (1805-1876) probeerde hij ook om in de katholieke scholen de lessen in het Nederlands te geven. Maar dat werd in 1853 bij wet verboden: alleen Frans mocht nog in de scholen.
Vlaams werd een gesproken taal, die van dorp tot dorp verschilde. Tussen beide wereldoorlogen werd onder de leiding van de Frans-Vlaamse priester Jean-Marie Gantois (1904-1968) een Vlaams-nationalistische beweging opgezet, die opkwam voor het Nederlands. Dat Gantois na de oorlog werd veroordeeld en tot vandaag door extremistische flaminganten wordt geclaimd, hielp al helemaal niet.
Deleu: 'Dat stigma was er al veel vroeger. Voor veel Franstaligen is er geen verschil tussen Duits en Nederlands. Vlaams is de taal van les Boches du Nord. Maar vooral na de Tweede Wereldoorlog kalfde het Noord-Franse Vlaams - net als alle dialecten - snel af, omdat het Frans via radio en televisie de huiskamers binnenkwam. Jarenlang kon je in Frankrijk geen Nederlandstalige zenders ontvangen.'
Vanuit Vlaanderen werd na de Tweede Wereldoorlog door het Comité voor Frans-Vlaanderen veel ondernomen om het Nederlands in Frans-Vlaanderen te bevorderen via talrijke cursussen Nederlands. In het wetenschappelijke jaarboek De Franse Nederlanden van Ons Erfdeel verschijnt ook al dertig jaar een lexicon waarin nauwgezet de taal van Frans-Vlaanderen in kaart wordt gebracht.
Liesbet Triest werkt aan de Universiteit Gent als redacteur van het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten. 'We schatten dat er nog zo'n twintig- à veertigduizend sprekers zijn. Maar omdat alle officiële contacten in het Frans verlopen, weten mensen vaak niet dat er in de buurt Vlaamssprekenden zijn.'
Triest vindt het Vlaams dat daar gesproken wordt uitermate interessant. 'Sinds het einde van de negentiende eeuw is er wetenschappelijk onderzoek naar Vlaamse dialecten, ook naar het Vlaams dat in Noord-Frankrijk wordt gesproken. Frans-Vlaams, dat eigenlijk een continuüm is van het dialect van de Westhoek, veranderde nauwelijks sinds de zeventiende eeuw, en dat is ook verklaarbaar. Om te beginnen is het een dialect uit een perifere en dunbevolkte streek, met een overwegend agrarische bevolking. Landbouwers blijven in hun parochie, waardoor ze minder invloed ondergaan van andere dialecten of van de standaardtaal. Dat levert dialectvaste sprekers op. We zien dat ook in West-Vlaanderen, samen met Limburg - ook een perifeer gebied - de meest dialectvaste provincie van ons land.'
'Bovendien wordt Frans-Vlaams overkoepeld door het Frans', zegt Triest. 'Het werd en wordt alleen gesproken in de familiale kring, er komen dus geen nieuwe woorden bij, omdat die niet nodig zijn. Frans-Vlaams werd lange tijd niet meer geschreven. Dat brengt mee dat veel Frans-Vlamingen het moderne Nederlands nauwelijks kunnen lezen en het trouwens ook niet begrijpen.'
Dat kunnen we zelf constateren. Mensen in de straat spreken Vlaams, maar ze begrijpen onze vragen niet. Sterker, ze ontkennen dat ze Vlaams spreken. Hun ouders, ja. Of de dokter, de burgemeester, de slager. Maar zijzelf niet. Zij spreken Frans.
Toch hoeven we niet erg aan te dringen om de verhalen te horen. Hoe ze op school gestraft werden omdat ze onder elkaar Vlaams spraken. Een wat oudere dame vertelt dat ze op kostschool in Duinkerken zat 'om Frans te leren'. Daar kwamen ook meisjes uit de Westhoek, om dezelfde reden. Maar als ze Vlaams spraken met elkaar, werden ze uitgescholden voor 'boerentrutten' of 'wilden'. Voor stommelingen die een patois brabbelden in plaats van behoorlijk Frans te spreken.
En vandaag? Ach ja, thuis spreken ze Vlaams en zeker op de buiten wordt thuis Vlaams gesproken. Dat klopt. Mensen roepen elkaar 'tot den noste kie' (tot de volgende keer) toe als afscheid. Vlaams wordt steeds meer gemengd met Franse woorden. Een beetje zoals het échte Brussels bij ons. Maar 'le flamand se défend' wordt ons verteld. Mensen willen weer Vlaams leren.
Triest: 'Die hernieuwde aandacht is ook te verklaren. Dat de sprekers over het algemeen oudere mensen zijn en dat het dialect dus letterlijk uitsterft - je zou kunnen stellen dat het een bijna dode taal is - heeft wellicht wat alarmbellen doen afgaan.'
Maar dan vooral in Parijs. Nu het regionalisme overal in Europa de wind in de zeilen heeft, blokkeert Parijs volkomen. Frankrijk weigerde zelfs het 'Europees Charter voor de regionale talen en talen van minderheden' te ratificeren. Een grondwetswijziging die aan artikel 1 wilde toevoegen dat 'de regionale talen deel uitmaken uit van het patrimonium', werd afgeschoten. De argumenten zouden de Franstalige politici in de Brusselse Rand doen schuimbekken: 'Er zijn in Frankrijk geen minderheden.' En nog: 'Stel je voor dat mensen onderwijs of formulieren in een andere taal zouden vragen!'
Een kleine minderheid wil dat ook. Een groep eist zelfs een eigen regio, los van Parijs en zeker los van het Franse centralisme. Maar de overgrote meerderheid ziet vooral heil in tweetaligheid, voor Frankrijk een wonderlijk begrip. En die Vlaamse Leeuw? Gewoon een symbool van een regio die trots is op zijn verleden en cultuur, en onbekommerd samenwerkt met de Vlamingen over de grens. Europeser kan haast niet.
interessante artikel, maar ze zeggen niks over de ANVT en het nieuwe bloed dat het Frans-Vlaams krijgt. Dit artikel toont dat er nog werk aan de winkel is, maar de situatie is niet hooploos.
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Voor Winoxberge, duinkerke en belle vond ik de volgende bekende stedelingen al terug in verheerlijct vlaanderen van 1735.
Vermaarde mannen van Winoxberge
- Gerard van Mekere: Zeevoogd van de Nederlandsche vloot en schoonvader van Boudewijn van Rone,Kanselier van Gelderland
- Arnoud van Segerskapel Burgemeester van Winoxberge
- Nikolaas Dane van Bredener: Zeevoogd der Nederlandsche vloot onder Keizer Karel V. Dees heeft door zijne gelukkige Zeegevechten tegen de Francoisen en Deenen veel Roem behaalt, gelyk onze jaarboeken getuigen
- Boudewijn Van Roye: Voorzitter van de Raad van Utrecht
- Jakob Sluper van Herzele: door zijn geschriften vermaard
- Jakob Eitzwert: een dapper krijgsheld en groot beminnaar der dichtkunde
- Joan Despauter, Paulus Luipard, Kristiaan Cellarius, Peter Kurius en Adriaan Vossius die alle door hunne geleerde werken uitmunt hebben. als mede:
- Victor Ghiselin: Geneesheer
- Jakob Volkard, Nicolaas van Basele en Thomas Diaken
De laatstgemelde was monnik in het klooster van Winoxberge, die de verwoestingen, welke de francoizen in 1383 hier aangerecht hebben wijdlopig heeft beschreven
Vermaarde mannen van Duinkerke
-Antoni Silvius: geleerde werken
- Kornelis Duplicius Scepperus: studeerde aan de hoge school van Parijs en bekwaamde zich in wiskunde, sterrenkunde dichtkunde en geschiedenis. Keerde terug naar Duinkerke na zijn opleiding en richtte zich vervolgens geheel op staatszaken. Kwam in dienst van koning Christiaan van Denemarken die getrouwd was met een zus van Karel V. Keerde vervolgens terug naar de nederlanden en werd door Karel V aangesteld als diplomaat en maakte vervolgens vele reizen als gezant naar Denemarken, England, Frankrijk, Polen en het Ottomaanse Rijk. Hij was een zeer verstandig man en werd tot ridder verklaart door Karel V en benoemt tot lid van de Geheime Raad van keizer Karel en vervolgens tot de Raad Van State. Schreef veel werken over uiteenlopende onderwerpen
-Willem Martijn: Voorzitter van de Raad van Luxemburg: ook bekend door zijn geleerde werken
-Lambert van Briarde: jongste van 14 broeders, ridder en voorzitter in de raad van Mechelen en stierf in 1557 te Mechelen en heeft ook geleerde werken nagelaten waaronder een verhandeling in het vlaams over rechtspraak
-Nikolaas de Hellis leeraar op de hooge school van Leuven en aldaar in 1505 overleden
Belle
- Antoni Meyer zoon van Hendrick Meyer : publiceerde de jaarboeken van Jakob Meyer en ook verscheidene gedichten. Hij is in de wijnmaand van 1597 gestorven
- Adolf de Bur zoon van Kornelis bekleede 52 jaar lang het ontvangerschap van Belle en was meermaals burgemeester
- Francois Rose: bekleede eerst het ambt van algemeen pleitbezorger van Vlaanderen en verwierf vervolgens een plaats in de grote raad van Mechelen
- Francois Thor: bekwaam in de dichtkunde wiskunde en geneeskunde schreef ook veel wetenschappelijke werken
- Willem van Koorenhuize: Eerst voorzitter in het hof van Holland en vervolgens in de Vlaamse Raad en als jongeling een boek schreef aangaande de verdeling der 'pandekten' dat meermaals herdrukt werd
- Jakob Meyer broer van Hendrick Meyer: de oprechte vlaamsche Livius wierd in 1491 gebooren studeerde Theologie en Filosofie in Parijs en werd tot priester gewijd. Hij ging vervolgens wonen in Ieper en werd nadien leeraar in talen te Brugge en werd op oudere leeftijd zielzorger van Blankenberge; Hij was goed bevriend met Erasmus van Rotterdam en andere geleerde mannen. Hij werd 60 jaar oud en werd door een heete koorts aangetast en in 1552 uit de wereld gerukt. Hij werd in de kerk van St Donaas te Brugge begraven. Schreef vele vlaamse geschiedeniswerken
- Judokus van Kourtewijle: geheim schrijver van de raad van State van Philips II, koning van Spanje
- Peter Bolle en Gillis de Konink: Missionarissen in Indië
- Peter Pintaflour: 38ste bisschop van Doornik
- Peter en Hendrick theolbald, Peter van Rouvroy: Allemaal dichters
- Hendrick van Rouvroy broer van Peter zielzorger van Belle
Het kan misschien helpen door nadruk te leggen op de eigen mensen. Het toont alleszins wel de band aan met de andere nederlanden. Sommigen van hen hebben wel echt hoge posten bv: De Grote Raad Van Mechelen was verantwoordelijk voor de rechtspraak in heel de nederlanden met uitzondering van het prinsbisdom van Luik.
Vermaarde mannen van Winoxberge
- Gerard van Mekere: Zeevoogd van de Nederlandsche vloot en schoonvader van Boudewijn van Rone,Kanselier van Gelderland
- Arnoud van Segerskapel Burgemeester van Winoxberge
- Nikolaas Dane van Bredener: Zeevoogd der Nederlandsche vloot onder Keizer Karel V. Dees heeft door zijne gelukkige Zeegevechten tegen de Francoisen en Deenen veel Roem behaalt, gelyk onze jaarboeken getuigen
- Boudewijn Van Roye: Voorzitter van de Raad van Utrecht
- Jakob Sluper van Herzele: door zijn geschriften vermaard
- Jakob Eitzwert: een dapper krijgsheld en groot beminnaar der dichtkunde
- Joan Despauter, Paulus Luipard, Kristiaan Cellarius, Peter Kurius en Adriaan Vossius die alle door hunne geleerde werken uitmunt hebben. als mede:
- Victor Ghiselin: Geneesheer
- Jakob Volkard, Nicolaas van Basele en Thomas Diaken
De laatstgemelde was monnik in het klooster van Winoxberge, die de verwoestingen, welke de francoizen in 1383 hier aangerecht hebben wijdlopig heeft beschreven
Vermaarde mannen van Duinkerke
-Antoni Silvius: geleerde werken
- Kornelis Duplicius Scepperus: studeerde aan de hoge school van Parijs en bekwaamde zich in wiskunde, sterrenkunde dichtkunde en geschiedenis. Keerde terug naar Duinkerke na zijn opleiding en richtte zich vervolgens geheel op staatszaken. Kwam in dienst van koning Christiaan van Denemarken die getrouwd was met een zus van Karel V. Keerde vervolgens terug naar de nederlanden en werd door Karel V aangesteld als diplomaat en maakte vervolgens vele reizen als gezant naar Denemarken, England, Frankrijk, Polen en het Ottomaanse Rijk. Hij was een zeer verstandig man en werd tot ridder verklaart door Karel V en benoemt tot lid van de Geheime Raad van keizer Karel en vervolgens tot de Raad Van State. Schreef veel werken over uiteenlopende onderwerpen
-Willem Martijn: Voorzitter van de Raad van Luxemburg: ook bekend door zijn geleerde werken
-Lambert van Briarde: jongste van 14 broeders, ridder en voorzitter in de raad van Mechelen en stierf in 1557 te Mechelen en heeft ook geleerde werken nagelaten waaronder een verhandeling in het vlaams over rechtspraak
-Nikolaas de Hellis leeraar op de hooge school van Leuven en aldaar in 1505 overleden
Belle
- Antoni Meyer zoon van Hendrick Meyer : publiceerde de jaarboeken van Jakob Meyer en ook verscheidene gedichten. Hij is in de wijnmaand van 1597 gestorven
- Adolf de Bur zoon van Kornelis bekleede 52 jaar lang het ontvangerschap van Belle en was meermaals burgemeester
- Francois Rose: bekleede eerst het ambt van algemeen pleitbezorger van Vlaanderen en verwierf vervolgens een plaats in de grote raad van Mechelen
- Francois Thor: bekwaam in de dichtkunde wiskunde en geneeskunde schreef ook veel wetenschappelijke werken
- Willem van Koorenhuize: Eerst voorzitter in het hof van Holland en vervolgens in de Vlaamse Raad en als jongeling een boek schreef aangaande de verdeling der 'pandekten' dat meermaals herdrukt werd
- Jakob Meyer broer van Hendrick Meyer: de oprechte vlaamsche Livius wierd in 1491 gebooren studeerde Theologie en Filosofie in Parijs en werd tot priester gewijd. Hij ging vervolgens wonen in Ieper en werd nadien leeraar in talen te Brugge en werd op oudere leeftijd zielzorger van Blankenberge; Hij was goed bevriend met Erasmus van Rotterdam en andere geleerde mannen. Hij werd 60 jaar oud en werd door een heete koorts aangetast en in 1552 uit de wereld gerukt. Hij werd in de kerk van St Donaas te Brugge begraven. Schreef vele vlaamse geschiedeniswerken
- Judokus van Kourtewijle: geheim schrijver van de raad van State van Philips II, koning van Spanje
- Peter Bolle en Gillis de Konink: Missionarissen in Indië
- Peter Pintaflour: 38ste bisschop van Doornik
- Peter en Hendrick theolbald, Peter van Rouvroy: Allemaal dichters
- Hendrick van Rouvroy broer van Peter zielzorger van Belle
Het kan misschien helpen door nadruk te leggen op de eigen mensen. Het toont alleszins wel de band aan met de andere nederlanden. Sommigen van hen hebben wel echt hoge posten bv: De Grote Raad Van Mechelen was verantwoordelijk voor de rechtspraak in heel de nederlanden met uitzondering van het prinsbisdom van Luik.
Handwerpen- Aantal berichten : 360
Woonplaats : Antwerpen
Registration date : 04-10-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Ik heb nog wat informatie gevonden over Cornelis de Schepper van Duinkerke en zijn vrouw Elisabeth Donche
"Elisabeth DONCHE, geboren te Lo 1495-1498, overleden te Eke op 20-08-1548, (Begraven in de kerk onder grafsteen met grafschrift).
Zij erfde lenen te Reninge en te Pollinckhove die eerder aan haar grootvader hadden toebehoord, en bezat ook een leengoed te Lampernisse. Haar tweede man Cornelius de Schepper was vermoedelijk een kennis van haar eerste man: beiden hadden te Leuven aan het nieuw gestichte Collegium Trilingue gestudeerd en stonden in kontakt met Erasmus. Uit 1531 is van haar nog te Krakau, Polen een brief bewaard gericht aan Johannes Dantiscus, ambassadeur van Polen in de Nederlanden. Kort na haar huwelijk met haar tweede man, werd een tweeluik met hun beider portret geschilderd. Van haar portret bestaat nog een vermoedelijk 16de eeuwse kopie (geveild London, 1994 bij Christie's) en een andere mogelijks 19de eeuwse kopie met een Duitstalig opschrift. (foto in archief Friedlaender, Den Haag).
Gehuwd (1) te Brugge 1516-1517 met Pieter LAURIJN zoon van Jeronimus, raadsheer en hofmeester van Philips de Schone, gouverneur van zijn zoon Karel V van Habsburg, herstichter en heer van Watervliet, en Jacoba Pedaert, schepen van het Brugse Vrije, geboren te Brugge op 07-12-1489, overleden te Brugge op 27-02-1522 op 32-jarige leeftijd, (Begraven in de St-Donaaskerk onder grafsteen met wapenschild).
Ingeschreven aan de universiteit te Leuven op 31 aug. 1502 en aan de universiteit van Bologna in 1507 (rechten).
Hij was heer van Leeskens en schepen van het Brugse Vrije van 1516 tot 1522. De Brugse familie Laurijn was zeer bevriend met Erasmus, die regelmatig op bezoek kwam bij zijn broer Marcus, deken van het kapittel van St-Donaas te Brugge.
Gehuwd voor de kerk (2) te Brugge, O.L. Vrouw op 06-12-1528 met Cornelius Duplicius DE SCHEPPER zoon van Andries en Gislena de Chivoire, hertrouwd met Margareta Loonis, 26 jaar oud, Ambassadeur Keizer Karel V, geboren te Duinkerke op 18-12-1501, overleden te Antwerpen op 28-03-1555 op 53-jarige leeftijd, begraven te Eke onder grafmonument dat nog bestaat.
Reeds in of voor 1503 woonden zijn ouders te Nieuwpoort. In 1509 waren zijn beide ouders reeds overleden. Hij werd opgeleid door zijn oom, pastoor te Ekelsbeke die hem naar Parijs zond voor de studie van de dialectica, fysica, oude talen, geschiedenis, wiskunde en astronomie. In 1522 trok hij naar het Collegium Trilingue te Leuven (ingeschreven 3 dec.)
In 1523 werd hij prive-secretaris van de gevluchte koning Christiaan II van Denemarken en vergezelde hem naar Londen en Madrid. Hij werd opgemerkt door Margareta van Oostenrijk, landvoogdes der Nederlanden, die hem overhaalde vanaf 1526 in dienst te treden van haar neef, Karel V (keizer Karel).
Hij werd Karel V's meest bereisde diplomaat: Schotland, Engeland, Ierland, Oostenrijk, Zwitserland, Polen, Hongarije, Italië, Frankrijk, Duitsland en talrijke verblijven in Spanje.
Vermoedelijk kort na zijn huwelijk liet hij van zichzelf en zijn vrouw een dubbelportret schilderen door de Brugse schilder Ambrosius Benson. (thans in the Art Gallery of New South Wales, Sydney, Australië)
In 1533 en 1534 vervulde hij diplomatieke zendingen naar Constantinopel aan het hof van de Turkse sultan Süleyman II. Hij hield over deze zendingen een dagboek bij dat bewaard is gebleven. (uitgegeven in 1856)
In 1545 stopte hij zijn diplomatieke reizen die hem lichamelijk zeer hadden uitgeput. Hij had in 1540 de heerlijkheid Eke op de Schelde (bij Oudenaarde) gekocht en trok zich op het kasteel aldaar terug met zijn gezin.
Hij oefende toen het ambt van tresorier-generaal van de staatskas uit. Hij was ook belast met openbare werken (leiding en toezicht op het graven van het kanaal van Willebroek naar Brussel) en de eerste poging tot drooglegging van de Moeren (ten O. van Veurne) Ook was hij belast met de verdediging ter zee, hij had een belangrijk aandeel in de maritieme politiek van de Habsburgers."
http://www.win.ua.ac.be/~pavp/genea/eerste7g.html
"Elisabeth DONCHE, geboren te Lo 1495-1498, overleden te Eke op 20-08-1548, (Begraven in de kerk onder grafsteen met grafschrift).
Zij erfde lenen te Reninge en te Pollinckhove die eerder aan haar grootvader hadden toebehoord, en bezat ook een leengoed te Lampernisse. Haar tweede man Cornelius de Schepper was vermoedelijk een kennis van haar eerste man: beiden hadden te Leuven aan het nieuw gestichte Collegium Trilingue gestudeerd en stonden in kontakt met Erasmus. Uit 1531 is van haar nog te Krakau, Polen een brief bewaard gericht aan Johannes Dantiscus, ambassadeur van Polen in de Nederlanden. Kort na haar huwelijk met haar tweede man, werd een tweeluik met hun beider portret geschilderd. Van haar portret bestaat nog een vermoedelijk 16de eeuwse kopie (geveild London, 1994 bij Christie's) en een andere mogelijks 19de eeuwse kopie met een Duitstalig opschrift. (foto in archief Friedlaender, Den Haag).
Gehuwd (1) te Brugge 1516-1517 met Pieter LAURIJN zoon van Jeronimus, raadsheer en hofmeester van Philips de Schone, gouverneur van zijn zoon Karel V van Habsburg, herstichter en heer van Watervliet, en Jacoba Pedaert, schepen van het Brugse Vrije, geboren te Brugge op 07-12-1489, overleden te Brugge op 27-02-1522 op 32-jarige leeftijd, (Begraven in de St-Donaaskerk onder grafsteen met wapenschild).
Ingeschreven aan de universiteit te Leuven op 31 aug. 1502 en aan de universiteit van Bologna in 1507 (rechten).
Hij was heer van Leeskens en schepen van het Brugse Vrije van 1516 tot 1522. De Brugse familie Laurijn was zeer bevriend met Erasmus, die regelmatig op bezoek kwam bij zijn broer Marcus, deken van het kapittel van St-Donaas te Brugge.
Gehuwd voor de kerk (2) te Brugge, O.L. Vrouw op 06-12-1528 met Cornelius Duplicius DE SCHEPPER zoon van Andries en Gislena de Chivoire, hertrouwd met Margareta Loonis, 26 jaar oud, Ambassadeur Keizer Karel V, geboren te Duinkerke op 18-12-1501, overleden te Antwerpen op 28-03-1555 op 53-jarige leeftijd, begraven te Eke onder grafmonument dat nog bestaat.
Reeds in of voor 1503 woonden zijn ouders te Nieuwpoort. In 1509 waren zijn beide ouders reeds overleden. Hij werd opgeleid door zijn oom, pastoor te Ekelsbeke die hem naar Parijs zond voor de studie van de dialectica, fysica, oude talen, geschiedenis, wiskunde en astronomie. In 1522 trok hij naar het Collegium Trilingue te Leuven (ingeschreven 3 dec.)
In 1523 werd hij prive-secretaris van de gevluchte koning Christiaan II van Denemarken en vergezelde hem naar Londen en Madrid. Hij werd opgemerkt door Margareta van Oostenrijk, landvoogdes der Nederlanden, die hem overhaalde vanaf 1526 in dienst te treden van haar neef, Karel V (keizer Karel).
Hij werd Karel V's meest bereisde diplomaat: Schotland, Engeland, Ierland, Oostenrijk, Zwitserland, Polen, Hongarije, Italië, Frankrijk, Duitsland en talrijke verblijven in Spanje.
Vermoedelijk kort na zijn huwelijk liet hij van zichzelf en zijn vrouw een dubbelportret schilderen door de Brugse schilder Ambrosius Benson. (thans in the Art Gallery of New South Wales, Sydney, Australië)
In 1533 en 1534 vervulde hij diplomatieke zendingen naar Constantinopel aan het hof van de Turkse sultan Süleyman II. Hij hield over deze zendingen een dagboek bij dat bewaard is gebleven. (uitgegeven in 1856)
In 1545 stopte hij zijn diplomatieke reizen die hem lichamelijk zeer hadden uitgeput. Hij had in 1540 de heerlijkheid Eke op de Schelde (bij Oudenaarde) gekocht en trok zich op het kasteel aldaar terug met zijn gezin.
Hij oefende toen het ambt van tresorier-generaal van de staatskas uit. Hij was ook belast met openbare werken (leiding en toezicht op het graven van het kanaal van Willebroek naar Brussel) en de eerste poging tot drooglegging van de Moeren (ten O. van Veurne) Ook was hij belast met de verdediging ter zee, hij had een belangrijk aandeel in de maritieme politiek van de Habsburgers."
http://www.win.ua.ac.be/~pavp/genea/eerste7g.html
Handwerpen- Aantal berichten : 360
Woonplaats : Antwerpen
Registration date : 04-10-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Het heeft ook wel wat te maken met hoe men geschiedenis geeft in België. De geschiedenis van België begint in 1830. Al wat ervoor komt wordt niet behandeld. Niemand weet daardoor iets over de staten of meestal erg weinig.
Ik meen mij het volgende te herinneren van het geschiedenisonderwijs: in de 6 jaar onderwijs heeft men het geen keer gehad over de periode voor 1830 voor de nederlanden.
Men had het altijd over van alles en nog wat maar nooit over de nederlanden. De amerikaanse revolutie, de franse revolutie, de gouden sikkel, de grieken, egyptenaren en de romeinen.
Dat is ongeveer de samenvatting.
Schrijvers van eigen land ook zeer weinig aandacht. Vooral Erasmus en Marieken van Nymweghen in de lessen nederlands. Maar ze mochten de twee toch wel wat historischer situeren.
Ik meen mij het volgende te herinneren van het geschiedenisonderwijs: in de 6 jaar onderwijs heeft men het geen keer gehad over de periode voor 1830 voor de nederlanden.
Men had het altijd over van alles en nog wat maar nooit over de nederlanden. De amerikaanse revolutie, de franse revolutie, de gouden sikkel, de grieken, egyptenaren en de romeinen.
Dat is ongeveer de samenvatting.
Schrijvers van eigen land ook zeer weinig aandacht. Vooral Erasmus en Marieken van Nymweghen in de lessen nederlands. Maar ze mochten de twee toch wel wat historischer situeren.
Handwerpen- Aantal berichten : 360
Woonplaats : Antwerpen
Registration date : 04-10-08
Re: De Belgische Vlamingen en Frans-Vlaanderen
Hebt U niet geleerd op school (basis en middelbaar) die volgende punten ?
_ het beeldenstorm dat in Steenvoorde heeft begonnen in 1566 (en 13 jaar later de 'akte van verlating' en de onhafhankelijkheid van de 7 noordelijke provincies).
_ de Spaanse/Zuidelijke Nederlanden
_ de verovering door Frankrijk van een derde van de Zuidelijke Nederlanden tussen 1659 en 1678
_ het gebied van het graafschap Vlaanderen (met Zeeuws-Vlaanderen en Frans-Vlaanderen)
_ de verlenging van jullie taalgrens in Frans-Vlaanderen.
Hoe kunnen de Belgische Vlamingen België van vandaag - en Noord Frankrijk - begrijpen zonder hun geschiedenis kennen ?
Dit heeft politieke gevolgen... Mensen die vergeten dat de Vlamingen een gemeenschapelijke geschiedenis met de Wallen hadden voor de oprichting van België in 1830 (Z-NL)...
Om eerlijk te zijn moet ik herkennen dat de kennis van de Frans-Vlamingen van hun geschiedenis nog slechter is(Le Nord was natuurlijk altijd Frans, François 1er en Henri 4 waren onze koningen, enz.).
_ het beeldenstorm dat in Steenvoorde heeft begonnen in 1566 (en 13 jaar later de 'akte van verlating' en de onhafhankelijkheid van de 7 noordelijke provincies).
_ de Spaanse/Zuidelijke Nederlanden
_ de verovering door Frankrijk van een derde van de Zuidelijke Nederlanden tussen 1659 en 1678
_ het gebied van het graafschap Vlaanderen (met Zeeuws-Vlaanderen en Frans-Vlaanderen)
_ de verlenging van jullie taalgrens in Frans-Vlaanderen.
Hoe kunnen de Belgische Vlamingen België van vandaag - en Noord Frankrijk - begrijpen zonder hun geschiedenis kennen ?
Dit heeft politieke gevolgen... Mensen die vergeten dat de Vlamingen een gemeenschapelijke geschiedenis met de Wallen hadden voor de oprichting van België in 1830 (Z-NL)...
Om eerlijk te zijn moet ik herkennen dat de kennis van de Frans-Vlamingen van hun geschiedenis nog slechter is(Le Nord was natuurlijk altijd Frans, François 1er en Henri 4 waren onze koningen, enz.).
Bissezeele- Aantal berichten : 8819
Registration date : 24-02-08
Pagina 1 van 5 • 1, 2, 3, 4, 5
Soortgelijke onderwerpen
» Belgische Vlamingen ontdekken eindelijk dat Frans-Vlaanderen en Frans-Vlamingen bestaan - Den draed
» Het Vlaams gevoel wordt bedreigd door de ch'ti storm
» Wat is ons verleden? - Den draed
» Het Manifest van de Frans-Vlamingen
» jonge frans vlamingen
» Het Vlaams gevoel wordt bedreigd door de ch'ti storm
» Wat is ons verleden? - Den draed
» Het Manifest van de Frans-Vlamingen
» jonge frans vlamingen
Frans-Vlaanderen in het Nederlands - La Flandre française en Néerlandais :: De toekomst van Frans-Vlaanderen :: De toekomst van Frans-Vlaanderen
Pagina 1 van 5
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
|
|