Geïnteresseerde Nederlandse tiener komt kijkje nemen!

Hallo,
Ik ben iDutch, en ik kom uit Nederland, zoals mijn naam al zegt. Ik ben een tiener die zich interesseerde in talen, onder andere ook Frans en Nederlands. Ik wil dat vooral een beetje onder de knie krijgen, dat lijkt me erg leuk. Toen ik een beetje aan het Googleën was over België, kwam ik op Wikipedia een paar artikelen tegen over Frans-Vlaanderen. Er werd een link naar hier gegeven, en ik kwam eens kijken hoe het er hier voor staat.

Ik woon in het zuiden van Nederland, tegen Vlaanderen aan en krijg ook Frans op school.

Hallo

Welkom jonge kameraad.

Blij te weten dat men ons forum vindt als men "België" schrijft op Google

Ik kwam via wikipedia bij de belgische grens en automatisch bij dorpjes zoals Duinkerke. Grappig om te zien dat iedereen hier (bijna) vloeiend Nederlands spreekt, en hier een erg grote Vlaamse trots heerst. Jullie maken geen fouten in grammatica die nederlanders erg veel maken, verbaasde me wel!

Duinkerke is een grote stad !

Ik denk dat de rurale activiteiten van Duinkerke niet erg groot zijn, maar misschien is het eigen aan Nederlanders om te spreken over dorpjes. Oirschot noemen ze ook een dorp maar dat is in feite een vrijheid / niet ommuurde stad in een rurale omgeving. Wij in België noemen plaatsen zoals Oirschot ook een stad.. Zij hebben de titel en gebouwen die hen onderscheiden van het gewone plattelandsdorp. Denk maar aan de stad Genappe, Asse, Geel, Turnhout en Hoogstraten (ook allemaal vrijheden). Er is meer te zien dan in de eens ommuurde steden van Steenbergen,Halen, Landen, Zandvliet en Hannut.

Steden
- eigen kloosterorden franciscanen, dominicanen, karmelieten (deze groep leefde oorspronkelijk op het land maar werd later erkend als bedelorde), en begijnen. Meestal vind je bedelorden niet terug op het platteland. De franciscanen vallen uiteen in een aantal subgroepen en clarissen, franciscanessen, kapucijnen en kapucinessen. Begijnen en de mannelijke variant bogaarden vind men ook zelden terug op het platteland.
- eigen gebouwen stadhuis, belfort, lakenhal, gildenhuizen
- gasthuis ook bijna altijd in steden tenzij voor lepra ,dan is het op het platteland vlak buiten de steden
- Koopmanswoningen
- Hotels van de Edelen en Refuges van abdijen van het platteland. Voorbeelden: Refuge van Tongerlo en Averbode te Diest, hof van Kleef-Ravesteyn Brussel, Hof van Nassau Brussel (= paleis karel van lotharingen), Egmontpaleis, hof van Hoogstraten/lalaing,... Soms worden ze ook met hotel aangeduid bv hotel van de graaf van Lannoy, hotel van de gravin van Templeuve, Neny, graaf van Ferraris, Merode,... Ook in Antwerpen was er vroeger het hotel van hoogstraten(is niet meer), hotel van de Werve (Nieuwstraat imposante gevel aan de beurs), Du Bois- Vroylade (Nieuwstraat Dames school en Meir Osterriethuis), Van Susteren (= paleisvan de Meir) en hebben we refuges zoals den bejaart van de St Michielsabdij van Antwerpen (tegenwoordig hotel de postiljon bij de kathedraal) en de refuge van Tongerlo van de Norbertijnen.
- marktplein / waag
- versterking maar niet altijd; Sommige steden kregen niet het recht deze te bouwen. Lier vs Hoogstraten

Kloosterorden van de stad en het platteland.
- Benedictijnen
- Augustijnen zoals urselinnen, alexianen of cellebroeders, wilhelmieten. Augustinessen zijn meestal ook de gasthuiszusters van de stad. Sommige van hen zijn ook erkend als bedelorde
- Norbertijnen St Michielsabdij van Antwerpen (bestaat niet meer), Abdij van Middelburg vs Averbode, Tongerlo, Floreffe
- Kartuizers Kartuizers Antwerpen vs Kartuizers Zelem

Platteland
- eigen kloosterorden: cisterciënzers (nooit in steden. Eén van de weinige orden die geen zetel heeft gehad in Antwerpen) vb. VillerslaVille, Westvleteren, Westmalle
- kern is meestal samengesteld uit kerkje, schepenhuis en eventueel ook schandpaal. vb modeldorp Gestel gehucht van Berlaar bij Lier , Mélin bij Jodoigne
- eigen gebouwen kastelen en burchten van de leenheer soms ook in stad maar vooral op het platteland bewaard gebleven en zeer frequent
vb. kasteel van Gaasbeek, Heeswijk, Beersel, Ooidonk, Wijnendale,...
- lusthoven van patriciërs fenomeen rond handelssteden. Vaak lijken zij ook op kastelen. Patriciërswoningen in het groen. Sterckshof , Boekenberg, Bischoppenhof , Middelheim, den Brandt, Sorghvliet, ... (Rond Antwerpen)
- Hoeves bijna altijd op het platteland
- Molens: kunnen ook in steden, want stad is veiliger. Vroeger waren er soms ook akkers binnen de stadsmuren. Vandaar ook een molen binnen de stad of straatnamen die verwijzen naar vroegere molens. vb. Diest, Sluis zijn steden met molens. Molenberg is ook een straatnaam in Antwerpen vroeger stonden er ook molens daar evenals aan het zuidkasteel.

Zo zou ik stad ongeveer definiëren. Misschien niet helemaal perfect, maar het geeft wel een beeld waar je op kunt letten bij stedelijke bezoekjes in de Nederlanden.

Welkom op het forum!

Handwerpen schreef:Ik denk dat de rurale activiteiten van Duinkerke niet erg groot zijn, maar misschien is het eigen aan Nederlanders om te spreken over dorpjes. Oirschot noemen ze ook een dorp maar dat is in feite een vrijheid / niet ommuurde stad in een rurale omgeving. Wij in België noemen plaatsen zoals Oirschot ook een stad.. Zij hebben de titel en gebouwen die hen onderscheiden van het gewone plattelandsdorp. Denk maar aan de stad Genappe, Asse, Geel, Turnhout en Hoogstraten (ook allemaal vrijheden). Er is meer te zien dan in de eens ommuurde steden van Steenbergen,Halen, Landen, Zandvliet en Hannut.

Steden
- eigen kloosterorden franciscanen, dominicanen, karmelieten (deze groep leefde oorspronkelijk op het land maar werd later erkend als bedelorde), en begijnen. Meestal vind je bedelorden niet terug op het platteland. De franciscanen vallen uiteen in een aantal subgroepen en clarissen, franciscanessen, kapucijnen en kapucinessen. Begijnen en de mannelijke variant bogaarden vind men ook zelden terug op het platteland.
- eigen gebouwen stadhuis, belfort, lakenhal, gildenhuizen
- gasthuis ook bijna altijd in steden tenzij voor lepra ,dan is het op het platteland vlak buiten de steden
- Koopmanswoningen
- Hotels van de Edelen en Refuges van abdijen van het platteland. Voorbeelden: Refuge van Tongerlo en Averbode te Diest, hof van Kleef-Ravesteyn Brussel, Hof van Nassau Brussel (= paleis karel van lotharingen), Egmontpaleis, hof van Hoogstraten/lalaing,... Soms worden ze ook met hotel aangeduid bv hotel van de graaf van Lannoy, hotel van de gravin van Templeuve, Neny, graaf van Ferraris, Merode,... Ook in Antwerpen was er vroeger het hotel van hoogstraten(is niet meer), hotel van de Werve (Nieuwstraat imposante gevel aan de beurs), Du Bois- Vroylade (Nieuwstraat Dames school en Meir Osterriethuis), Van Susteren (= paleisvan de Meir) en hebben we refuges zoals den bejaart van de St Michielsabdij van Antwerpen (tegenwoordig hotel de postiljon bij de kathedraal) en de refuge van Tongerlo van de Norbertijnen.
- marktplein / waag
- versterking maar niet altijd; Sommige steden kregen niet het recht deze te bouwen. Lier vs Hoogstraten

Kloosterorden van de stad en het platteland.
- Benedictijnen
- Augustijnen zoals urselinnen, alexianen of cellebroeders, wilhelmieten. Augustinessen zijn meestal ook de gasthuiszusters van de stad. Sommige van hen zijn ook erkend als bedelorde
- Norbertijnen St Michielsabdij van Antwerpen (bestaat niet meer), Abdij van Middelburg vs Averbode, Tongerlo, Floreffe
- Kartuizers Kartuizers Antwerpen vs Kartuizers Zelem

Platteland
- eigen kloosterorden: cisterciënzers (nooit in steden. Eén van de weinige orden die geen zetel heeft gehad in Antwerpen) vb. VillerslaVille, Westvleteren, Westmalle
- kern is meestal samengesteld uit kerkje, schepenhuis en eventueel ook schandpaal. vb modeldorp Gestel gehucht van Berlaar bij Lier , Mélin bij Jodoigne
- eigen gebouwen kastelen en burchten van de leenheer soms ook in stad maar vooral op het platteland bewaard gebleven en zeer frequent
vb. kasteel van Gaasbeek, Heeswijk, Beersel, Ooidonk, Wijnendale,...
- lusthoven van patriciërs fenomeen rond handelssteden. Vaak lijken zij ook op kastelen. Patriciërswoningen in het groen. Sterckshof , Boekenberg, Bischoppenhof , Middelheim, den Brandt, Sorghvliet, ... (Rond Antwerpen)
- Hoeves bijna altijd op het platteland
- Molens: kunnen ook in steden, want stad is veiliger. Vroeger waren er soms ook akkers binnen de stadsmuren. Vandaar ook een molen binnen de stad of straatnamen die verwijzen naar vroegere molens. vb. Diest, Sluis zijn steden met molens. Molenberg is ook een straatnaam in Antwerpen vroeger stonden er ook molens daar evenals aan het zuidkasteel.

Dat is veel eenvoudiger dan dat. In Frankrijk, als een gemeente meer dan 2.000 inwoners telt, dan is het een stad.

Duinkerke is geen grote stad, dat is een gewone stad.

Gezien van het 'diepe platteland' is wel Duinkerke een grote stad !

2000 inwoners = een stad
Kassel zou dus een stad zijn

Iedereen weet dat Kassel een dorp of een 'bourg' is.

Bissezele schreef:Gezien van het 'diepe platteland' is wel Duinkerke een grote stad !

2000 inwoners = een stad
Kassel zou dus een stad zijn

Iedereen weet dat Kassel een dorp of een 'bourg' is.

maar gezien van een grote stad is Duinkerke een kleine stad ;-).

Hieronder de definitie van een stad volgens de Insee (dus officieel):
http://www.insee.fr/fr/methodes/default.asp?page=definitions/ville.htm

Natuurlijk is Kassel een stad. Het heeft toch een marktplein, stadspoort van Aire, een kerk van de Jezuiten,...

Er bestaan grote, middelgrote steden en dwergen van steden. Mesen is bij ons de kleinste stad alhoewel zonder de fusies Damme nog kleiner is en maar 800 inwoners telt.

Waarom zouden we Heist op den Berg stad noemen. Zij heeft geen enkel stedelijk gebouw. Zelfs een kleine kerk, maar ze voldoet wel aan het inwonersaantal.

Dank jullie wel. En in Steenbergen is inderdaad niet veel te zien, als je het over de Nederlandse had.
Oh, dat zal vast wel want er bestaat alleen een steenbergen in Nederland.