Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden
4 plaatsers
Pagina 1 van 1
Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden
Het arrondissement Duinkerke van het Noorderdepartement, ook wel de Franse Westhoek genoemd, is vanouds een Nederlandstalig gebied. Er worden Vlaamse dialecten gesproken, die behoren tot de dialectgroep van het West-Vlaams. Het dialectgebruik is echter vooral vanaf eind negentiende eeuw sterk aan het teruglopen. De belangrijkste reden hiervoor is dat het Nederlands en het Vlaamse dialect nooit erkend zijn door de Franse staat als regionale taal, zoals het Fries (Frysk) in Nederland. Integendeel, er werd lange tijd een actief onderdrukkingsbeleid gevoerd om het Vlaams uit te roeien ten gunste van het Frans, waardoor ouders het thuis steeds minder doorgaven aan hun kinderen.
Tegenwoordig beheersen nog slechts enkele tienduizenden het Vlaamse dialect, voornamelijk ouderen. Er zijn daarnaast veel dialectcursussen, waarvoor grote belangstelling bestaat. Na meer dan twee eeuwen onderdrukking mag sinds enkele jaren wel weer Nederlands onderwezen worden op de basisscholen in het gebied, als eerste vreemde taal. In de Franse Westhoek zijn de meeste plaatsnamen en familienamen herkenbaar Nederlands. Ook worden steeds meer straatnamen 'vervlaamst'. Het Nederlands en het Vlaamse dialect wachten echter nog steeds op officiële erkenning door de Franse overheid als regionale taal onder het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden.
In 2004 werd de ANVT (Akademie voor Nuuze Vlaemsche Taele) opgericht. De ANVT is eigenlijk een bond van verenigingen van de Franse Westhoek. Deze pleit met toenemend succes voor de officiële erkenning van het Frans-Vlaams als regionale taal van Frankrijk.
Tegenwoordig beheersen nog slechts enkele tienduizenden het Vlaamse dialect, voornamelijk ouderen. Er zijn daarnaast veel dialectcursussen, waarvoor grote belangstelling bestaat. Na meer dan twee eeuwen onderdrukking mag sinds enkele jaren wel weer Nederlands onderwezen worden op de basisscholen in het gebied, als eerste vreemde taal. In de Franse Westhoek zijn de meeste plaatsnamen en familienamen herkenbaar Nederlands. Ook worden steeds meer straatnamen 'vervlaamst'. Het Nederlands en het Vlaamse dialect wachten echter nog steeds op officiële erkenning door de Franse overheid als regionale taal onder het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden.
In 2004 werd de ANVT (Akademie voor Nuuze Vlaemsche Taele) opgericht. De ANVT is eigenlijk een bond van verenigingen van de Franse Westhoek. Deze pleit met toenemend succes voor de officiële erkenning van het Frans-Vlaams als regionale taal van Frankrijk.
Reikwijdte van het Europees Handvest voor regionale talen
Het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden is een verdrag dat op 25 juni 1992 door het Comité van Ministers van de Raad van Europa vastgesteld werd en op 1 maart 1998 in werking trad. Het doel van het Handvest is enerzijds de bescherming en bevordering van regionale talen en talen van minderheden als bedreigd onderdeel van het Europees cultureel erfgoed en anderzijds sprekers van regionale talen of talen van minderheden de mogelijkheid te bieden deze talen zowel in het openbare als persoonlijke leven te gebruiken.
Het Handvest omschrijft als "regionale talen of talen van minderheden", talen die:
- van oudsher worden gebruikt in een bepaald gebied van een staat door onderdanen van die staat die een numerieke minderheid vormen ten opzichte van de overige bevolking van die staat;
- verschillen van de officiële taal/talen van die staat;
- niet zijn dialecten van de officiële taal/talen van de staat of talen van migranten.
"Gebied waarbinnen de regionale taal of de taal van een minderheid wordt gebruikt":
Het geografische gebied waarbinnen deze taal de uitdrukkingswijze vormt van een voldoende aantal mensen om de aanneming te rechtvaardigen van de diverse beschermende en bevorderende maatregelen waarin het Handvest voorziet.
"Niet-territoriale talen": talen gebruikt door onderdanen van de staat, die verschillen van de taal of talen gebruikt door de overige bevolking van die staat, maar die, hoewel zij van oudsher binnen het gebied van die staat worden gebruikt, niet met een bepaald gebied daarvan kunnen worden vereenzelvigd.
Het Handvest bestaat uit drie delen:
- Deel I omvat algemene bepalingen, waaronder de bovenvermelde begripsomschrijvingen.
- Deel II bestaat uit algemene doelstellingen en beginselen die van toepassing zijn op alle regionale talen en talen van minderheden die onder het Handvest beschermd worden. De staten moeten op deze voor het behoud van de talen noodzakelijke beginselen hun beleid en wetgeving baseren. De basisbeginselen en -doelstellingen zijn:
- de erkenning van de regionale talen of talen van minderheden als uiting van culturele rijkdom;
- de eerbiediging van het geografisch gebied van elke regionale taal of taal van een minderheid;
- de noodzaak van vastberaden optreden ter bevordering en bescherming van regionale talen of talen van minderheden;
- de vergemakkelijking en/of aanmoediging van het gebruik van regionale talen of talen van minderheden, in gesproken en geschreven vorm, in het openbare en particuliere leven;
- de instandhouding en ontwikkeling van banden en culturele betrekkingen tussen groepen die een regionale taal of taal van een minderheid gebruiken onderling en met de andere taalgroepen in de staat;
- het voorzien in passende vormen en middelen voor het onderwijs in en de bestudering van regionale talen of talen van minderheden op alle daarvoor in aanmerking komende onderwijsniveaus;
- het verschaffen van voorzieningen om degenen die een regionale taal of taal van een minderheid niet spreken en die wonen in het gebied waar deze wordt gebruikt, in staat te stellen deze taal te leren indien zij dit wensen;
- de bevordering van studie en onderzoek van regionale talen of talen van minderheden aan universiteiten of gelijkwaardige instellingen;
- de bevordering van passende soorten internationale uitwisselingen;
- het wegnemen van alle ongerechtvaardigde vormen van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur betreffende het gebruik van een regionale taal of taal van een minderheid waarmee wordt beoogd de instandhouding of ontwikkeling van een zodanige taal te ontmoedigen of in gevaar te brengen;
- het kweken van wederzijds begrip tussen alle taalgroepen van het land, het opnemen in het onderwijsprogramma van eerbiediging van, begrip voor en tolerantie ten aanzien van regionale talen of talen van minderheden en het aanmoedigen van de massamedia om hetzelfde te doen.
Verder verplichten de staten die het Handvest ondertekenen, zich ertoe rekening te houden met de behoeften en wensen die naar voren gebracht worden door groepen die de talen gebruiken en het oprichten van verenigingen die deze groepen vertegenwoordigen aan te moedigen. Verder moeten de bovengenoemde basisbeginselen en -doelstellingen ook toegepast worden op de niet-territoriale talen, zij het op soepele wijze rekening houdend met de bijzondere kenmerken van deze talen.
In Deel III van het Handvest zijn 68 uitgewerkte maatregelen opgesteld ter bescherming en bevordering van regionale talen of talen van minderheden. Voor elk van de talen waarop dit deel van toepassing wordt verklaard, moeten minstens 35 maatregelen worden uitgekozen die ter bescherming en bevordering van de desbetreffende taal in beleid en wetgeving moeten worden omgezet. De maatregelen verschillen in omvang en verstrekkendheid en hebben betrekking op de volgende zeven terreinen:
- onderwijs;
- rechterlijke autoriteiten;
- bestuurlijke autoriteiten en openbare diensten;
- media;
- culturele activiteiten en voorzieningen;
- economisch en sociaal leven;
- grensoverschrijdende uitwisselingen.
Het Handvest dient als basis voor de nationale wetgeving betreffende de bescherming en bevordering van de talen in de lidstaten van de Raad van Europa. Omdat de demografische, sociale, politieke en economische situatie van de talen die onder de definitie van het verdrag vallen zeer uiteenloopt, maakt het Handvest het mogelijk voor elke taal een eigen pakket maatregelen ter bescherming en bevordering vast te leggen, die nuttig en/of nodig zijn voor de desbetreffende taal. De verplichtingen die ten aanzien van het Handvest aangegaan worden, kunnen dus sterk verschillen tussen staten en ook tussen de erkende talen binnen een staat.
Behalve regionale talen of talen van minderheden en niet-territoriale talen kunnen ook minder verspreide officiële talen onder het Handvest beschermd worden. Het is niet de bedoeling dat talen die verbonden zijn met recente migratiebewegingen of dialecten van de officiële taal onder het Handvest worden erkend.
Uitdrukkelijk voorkomen moet worden dat door erkenning en bevordering van de regionale talen of talen van minderheden concurrentie of vijandigheid ontstaat tussen deze talen en de officiële taal of talen van een staat. Er moet gewerkt worden aan een intercultureel en meertalig beleid dat rekening houdt met de culturele en sociale werkelijkheid, zodat elke taal haar plaats krijgt.
Het gevoerde beleid door de staten ten aanzien van de talen die zij onder het Handvest erkend hebben, wordt getoetst door de commissie van deskundigen. Deze commissie bestaat uit één lid per deelnemende lidstaat en wordt door het Comité van Ministers van de Raad van Europa benoemd. Elke staat dient bij deze commissie periodiek een verslag in over het gevoerde beleid. De commissie levert hierop commentaar en doet aanbevelingen aan het Comité van Ministers, dat zich daarover uitspreekt en eventueel kan ingrijpen.
Het Handvest omschrijft als "regionale talen of talen van minderheden", talen die:
- van oudsher worden gebruikt in een bepaald gebied van een staat door onderdanen van die staat die een numerieke minderheid vormen ten opzichte van de overige bevolking van die staat;
- verschillen van de officiële taal/talen van die staat;
- niet zijn dialecten van de officiële taal/talen van de staat of talen van migranten.
"Gebied waarbinnen de regionale taal of de taal van een minderheid wordt gebruikt":
Het geografische gebied waarbinnen deze taal de uitdrukkingswijze vormt van een voldoende aantal mensen om de aanneming te rechtvaardigen van de diverse beschermende en bevorderende maatregelen waarin het Handvest voorziet.
"Niet-territoriale talen": talen gebruikt door onderdanen van de staat, die verschillen van de taal of talen gebruikt door de overige bevolking van die staat, maar die, hoewel zij van oudsher binnen het gebied van die staat worden gebruikt, niet met een bepaald gebied daarvan kunnen worden vereenzelvigd.
Het Handvest bestaat uit drie delen:
- Deel I omvat algemene bepalingen, waaronder de bovenvermelde begripsomschrijvingen.
- Deel II bestaat uit algemene doelstellingen en beginselen die van toepassing zijn op alle regionale talen en talen van minderheden die onder het Handvest beschermd worden. De staten moeten op deze voor het behoud van de talen noodzakelijke beginselen hun beleid en wetgeving baseren. De basisbeginselen en -doelstellingen zijn:
- de erkenning van de regionale talen of talen van minderheden als uiting van culturele rijkdom;
- de eerbiediging van het geografisch gebied van elke regionale taal of taal van een minderheid;
- de noodzaak van vastberaden optreden ter bevordering en bescherming van regionale talen of talen van minderheden;
- de vergemakkelijking en/of aanmoediging van het gebruik van regionale talen of talen van minderheden, in gesproken en geschreven vorm, in het openbare en particuliere leven;
- de instandhouding en ontwikkeling van banden en culturele betrekkingen tussen groepen die een regionale taal of taal van een minderheid gebruiken onderling en met de andere taalgroepen in de staat;
- het voorzien in passende vormen en middelen voor het onderwijs in en de bestudering van regionale talen of talen van minderheden op alle daarvoor in aanmerking komende onderwijsniveaus;
- het verschaffen van voorzieningen om degenen die een regionale taal of taal van een minderheid niet spreken en die wonen in het gebied waar deze wordt gebruikt, in staat te stellen deze taal te leren indien zij dit wensen;
- de bevordering van studie en onderzoek van regionale talen of talen van minderheden aan universiteiten of gelijkwaardige instellingen;
- de bevordering van passende soorten internationale uitwisselingen;
- het wegnemen van alle ongerechtvaardigde vormen van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur betreffende het gebruik van een regionale taal of taal van een minderheid waarmee wordt beoogd de instandhouding of ontwikkeling van een zodanige taal te ontmoedigen of in gevaar te brengen;
- het kweken van wederzijds begrip tussen alle taalgroepen van het land, het opnemen in het onderwijsprogramma van eerbiediging van, begrip voor en tolerantie ten aanzien van regionale talen of talen van minderheden en het aanmoedigen van de massamedia om hetzelfde te doen.
Verder verplichten de staten die het Handvest ondertekenen, zich ertoe rekening te houden met de behoeften en wensen die naar voren gebracht worden door groepen die de talen gebruiken en het oprichten van verenigingen die deze groepen vertegenwoordigen aan te moedigen. Verder moeten de bovengenoemde basisbeginselen en -doelstellingen ook toegepast worden op de niet-territoriale talen, zij het op soepele wijze rekening houdend met de bijzondere kenmerken van deze talen.
In Deel III van het Handvest zijn 68 uitgewerkte maatregelen opgesteld ter bescherming en bevordering van regionale talen of talen van minderheden. Voor elk van de talen waarop dit deel van toepassing wordt verklaard, moeten minstens 35 maatregelen worden uitgekozen die ter bescherming en bevordering van de desbetreffende taal in beleid en wetgeving moeten worden omgezet. De maatregelen verschillen in omvang en verstrekkendheid en hebben betrekking op de volgende zeven terreinen:
- onderwijs;
- rechterlijke autoriteiten;
- bestuurlijke autoriteiten en openbare diensten;
- media;
- culturele activiteiten en voorzieningen;
- economisch en sociaal leven;
- grensoverschrijdende uitwisselingen.
Het Handvest dient als basis voor de nationale wetgeving betreffende de bescherming en bevordering van de talen in de lidstaten van de Raad van Europa. Omdat de demografische, sociale, politieke en economische situatie van de talen die onder de definitie van het verdrag vallen zeer uiteenloopt, maakt het Handvest het mogelijk voor elke taal een eigen pakket maatregelen ter bescherming en bevordering vast te leggen, die nuttig en/of nodig zijn voor de desbetreffende taal. De verplichtingen die ten aanzien van het Handvest aangegaan worden, kunnen dus sterk verschillen tussen staten en ook tussen de erkende talen binnen een staat.
Behalve regionale talen of talen van minderheden en niet-territoriale talen kunnen ook minder verspreide officiële talen onder het Handvest beschermd worden. Het is niet de bedoeling dat talen die verbonden zijn met recente migratiebewegingen of dialecten van de officiële taal onder het Handvest worden erkend.
Uitdrukkelijk voorkomen moet worden dat door erkenning en bevordering van de regionale talen of talen van minderheden concurrentie of vijandigheid ontstaat tussen deze talen en de officiële taal of talen van een staat. Er moet gewerkt worden aan een intercultureel en meertalig beleid dat rekening houdt met de culturele en sociale werkelijkheid, zodat elke taal haar plaats krijgt.
Het gevoerde beleid door de staten ten aanzien van de talen die zij onder het Handvest erkend hebben, wordt getoetst door de commissie van deskundigen. Deze commissie bestaat uit één lid per deelnemende lidstaat en wordt door het Comité van Ministers van de Raad van Europa benoemd. Elke staat dient bij deze commissie periodiek een verslag in over het gevoerde beleid. De commissie levert hierop commentaar en doet aanbevelingen aan het Comité van Ministers, dat zich daarover uitspreekt en eventueel kan ingrijpen.
Frankrijk en het Europees Handvest voor de regionale talen
Frankrijk heeft het Handvest op 7 mei 1999 ondertekend. Het tekende hierbij aan dat aan het Handvest geen specifieke groepsrechten ontleend zouden kunnen worden. Op 15 juni 1999 bepaalde de Grondwettelijke Raad van Frankrijk (Conseil constitutionnel) dat het Handvest strijdig is met de Franse grondwet, omdat er naar zijn overtuiging hoe dan ook specifieke taal- en groepsrechten aan ontleend kunnen worden, terwijl de Franse grondwet de eenheid en gelijkheid van het Franse volk en het Frans als enige nationale taal voorschrijft. Diverse maatschappelijke en politieke groeperingen hebben sindsdien gepleit voor wijziging van de grondwet om ratificatie van het Handvest mogelijk te maken. In 2008 heeft Frankrijk vervolgens zijn grondwet aangepast maar heeft het Handvest nog niet geratificeerd.
In april 1999 was al, ter voorbereiding op de ondertekening en ratificatie van het Handvest, een rapport verschenen over "De talen van Frankrijk". Op basis van dit rapport zouden de volgende talen onder het Handvest erkend kunnen worden:
- Baskisch;
- Bretons;
- Catalaans;
- Corsicaans;
- Duitse dialecten in de Elzas (Elzassisch) en het departement Moselle;
- Francoprovençaals;
- Occitaans en
- West-Vlaams (Nederlands dialect).
Verder worden de volgende niet-territoriale talen gesproken:
- Arabisch;
- Armeens;
- Berbers;
- Jiddisch;
- Romani.
Daarnaast wordt nog een groot aantal inheemse en creooltalen gesproken in de overzeese gebiedsdelen van Frankrijk. In totaal zou Frankrijk bij ratificatie maximaal 75 talen kunnen erkennen, verreweg het grootste aantal talen van alle lidstaten tot nu toe.
Inzonderheid vanwege de bescherming van het Nederlands (West-Vlaams) in Frankrijk vroeg de Eerste Kamer in 1996 - tijdens de behandeling van de goedkeuringswet van het Europees Handvest voor Nederland - de Nederlandse regering om bij Frankrijk op ondertekening en ratificatie van het Handvest aan te dringen.
In april 1999 was al, ter voorbereiding op de ondertekening en ratificatie van het Handvest, een rapport verschenen over "De talen van Frankrijk". Op basis van dit rapport zouden de volgende talen onder het Handvest erkend kunnen worden:
- Baskisch;
- Bretons;
- Catalaans;
- Corsicaans;
- Duitse dialecten in de Elzas (Elzassisch) en het departement Moselle;
- Francoprovençaals;
- Occitaans en
- West-Vlaams (Nederlands dialect).
Verder worden de volgende niet-territoriale talen gesproken:
- Arabisch;
- Armeens;
- Berbers;
- Jiddisch;
- Romani.
Daarnaast wordt nog een groot aantal inheemse en creooltalen gesproken in de overzeese gebiedsdelen van Frankrijk. In totaal zou Frankrijk bij ratificatie maximaal 75 talen kunnen erkennen, verreweg het grootste aantal talen van alle lidstaten tot nu toe.
Inzonderheid vanwege de bescherming van het Nederlands (West-Vlaams) in Frankrijk vroeg de Eerste Kamer in 1996 - tijdens de behandeling van de goedkeuringswet van het Europees Handvest voor Nederland - de Nederlandse regering om bij Frankrijk op ondertekening en ratificatie van het Handvest aan te dringen.
Europees Handvest inzake regionale talen.
Uitstekend artikel van Ernst Niessen.Ook zijn opmerking over de Eerste Kamer is volstrekt juist.Ik kan het weten,want ik pleitte zelf voor de positie van het Frans-Vlaams/Nederlands.
daddie- Aantal berichten : 116
Registration date : 03-05-09
Re: Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden
Pleitte u in de Eerste Kamer voor beide talen ? ...of alleen voor het Nederlands als standaard taal van het Frans-Vlaams (...) ?
Bissezeele- Aantal berichten : 8819
Registration date : 24-02-08
Kamer
daddie schreef:Uitstekend artikel van Ernst Niessen.Ook zijn opmerking over de Eerste Kamer is volstrekt juist.Ik kan het weten,want ik pleitte zelf voor de positie van het Frans-Vlaams/Nederlands.
Bent u dan lid van de Eerste Kamer ?
Werd er wel degelijk op aangdedrongen dat de erkenning betrekking moet hebben op Frans-Vlaams als Nederlands dialect (en dus niet als aparte taal) ?
DESSERON- Aantal berichten : 156
Leeftijd : 66
Woonplaats : Brugge
Registration date : 21-08-08
Re: Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden
daddie schreef:Uitstekend artikel van Ernst Niessen.Ook zijn opmerking over de Eerste Kamer is volstrekt juist.Ik kan het weten,want ik pleitte zelf voor de positie van het Frans-Vlaams/Nederlands.
Dank u voor uw bevestiging. Indien u nog zitting hebt in de Eerste Kamer of anderszins contacten onderhoudt in het politieke krachtenveld, dan wil ik hier ervoor pleiten dat de Nederlandse politiek zich gaat inzetten voor de Nederlands-Vlaamse belangen in Europa.
Ook voor de positie van het Nederlands in Frans-Vlaanderen moet Den Haag het samen met het Vlaams Parlement opnemen voor de belangen van de Frans-Vlamingen door de Franse regering, onder meer, onmiddellijk en onvoorwaardelijk over te doen gaan tot ratificatie van het Europees Handvest voor regionale talen en talen van minderheden.
Er is al te lang gewacht. De Napoleontische tijd ligt immers al ver achter ons.
Re: Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden
DESSERON schreef:daddie schreef:Uitstekend artikel van Ernst Niessen.Ook zijn opmerking over de Eerste Kamer is volstrekt juist.Ik kan het weten,want ik pleitte zelf voor de positie van het Frans-Vlaams/Nederlands.
Bent u dan lid van de Eerste Kamer ?
Werd er wel degelijk op aangdedrongen dat de erkenning betrekking moet hebben op Frans-Vlaams als Nederlands dialect (en dus niet als aparte taal) ?
Desseron, ik ga ervan uit dat men in de Eerste Kamer erop aandrong dat de erkenning betrekking moet hebben op het 'Nederlands (zoals dat gesproken wordt) in Frans-Vlaanderen'. Het Frans-Vlaams is een dialect dat zijn banden met de standaardtaal door politieke, staatkundige en geografische oorzaken is kwijtgeraakt.
De Nederlandse en Vlaamse overheid erkennen het belang van het Nederlands. De Nederlandse Taalunie is daarvan onder meer het tastbare bewijs. Deze bondgenoten zijn voor de Frans-Vlamingen van niet te onderschatten belang. Als het Frans-Vlaams terug overkoepeld wordt door zijn standaardtaal, het Algemeen Nederlands, dan heeft het, net als alle andere dialecten in Nederland en Vlaanderen, weer een richtsnoer en een levensader.
Europees Handvest inzake regionale talen
In de Eerste Kamer werd gepleit voor het Nederlands.
Trouwens:in de Nederlandse politiek werd al veel eerder voor het Nederlands in Frans-Vlaanderen gepleit.Dat gebeurde in de Tweede Kamer door de toenmalige minister van Onderwijs A.Pais(1977-1981).De Nederlandse ambassaduer in Parijs vond dat het zinloos was om hiervoor te pleiten,want-zo zei hij-de Fransen zullen het Nederlands nooit toelaten op de lagere scholen.Wat een vergissing.
Als buitenlanders moeten we ons niet bemoeien met de verhouding Frans-Vlaams -Nederlands.Dat lossen de Frans-Vlamingen zelf wel op.
De Taalunie wordt door ingewijden beschouwd als een doodgeboren kindje.Deze organisatie wordt door niemand serieus genomen.De ambtenaren van de Taalunie zijn derde-rangs.
Trouwens:in de Nederlandse politiek werd al veel eerder voor het Nederlands in Frans-Vlaanderen gepleit.Dat gebeurde in de Tweede Kamer door de toenmalige minister van Onderwijs A.Pais(1977-1981).De Nederlandse ambassaduer in Parijs vond dat het zinloos was om hiervoor te pleiten,want-zo zei hij-de Fransen zullen het Nederlands nooit toelaten op de lagere scholen.Wat een vergissing.
Als buitenlanders moeten we ons niet bemoeien met de verhouding Frans-Vlaams -Nederlands.Dat lossen de Frans-Vlamingen zelf wel op.
De Taalunie wordt door ingewijden beschouwd als een doodgeboren kindje.Deze organisatie wordt door niemand serieus genomen.De ambtenaren van de Taalunie zijn derde-rangs.
daddie- Aantal berichten : 116
Registration date : 03-05-09
Nederlandse Taalunie
daddie schreef:In de Eerste Kamer werd gepleit voor het Nederlands.
Trouwens:in de Nederlandse politiek werd al veel eerder voor het Nederlands in Frans-Vlaanderen gepleit.Dat gebeurde in de Tweede Kamer door de toenmalige minister van Onderwijs A.Pais(1977-1981).De Nederlandse ambassaduer in Parijs vond dat het zinloos was om hiervoor te pleiten,want-zo zei hij-de Fransen zullen het Nederlands nooit toelaten op de lagere scholen.Wat een vergissing.
Als buitenlanders moeten we ons niet bemoeien met de verhouding Frans-Vlaams -Nederlands.Dat lossen de Frans-Vlamingen zelf wel op.
De Taalunie wordt door ingewijden beschouwd als een doodgeboren kindje.Deze organisatie wordt door niemand serieus genomen.De ambtenaren van de Taalunie zijn derde-rangs.
De Nederlandse Taalunie is een beleidsorganisatie waarin Nederland, Vlaanderen en Suriname samenwerken op het gebied van het Nederlands. De belangrijkste werkterreinen zijn: de Nederlandse taal zelf, het Nederlands in digitale toepassingen, onderwijs in en van het Nederlands, literatuur en leesbevordering, en de positie van het Nederlands in Europa en in de wereld.
Het Nederlands is de moedertaal van zestien miljoen Nederlanders en zes miljoen Vlamingen. Nederland en Vlaanderen ontwikkelen al sinds 1980 een gemeenschappelijk beleid voor het Nederlands. Deze samenwerking is, na een lange voorgeschiedenis, vastgelegd in het Verdrag inzake de Nederlandse Taalunie. Voor veel Surinamers is het Nederlands de moedertaal of de tweede taal. Het is de officiële taal in het onderwijs en bij de overheid. Daarom is Suriname sinds 2004 geassocieerd lid van de Taalunie. In 2007 is een raamwerkovereenkomst voor samenwerking gesloten met de Nederlandse Antillen en Aruba. Samen investeren we in de toekomst van onze taal. Gezamenlijke inspanningen zijn immers efficiënter.
Zo weinig mogelijk drempels voor gebruikers van de Nederlandse taal is de missie van de Taalunie. Daarmee wordt bedoeld: we willen elke taalgebruiker steunen om het Nederlands te hanteren voor alles waar een taal voor kan dienen, met respect voor ieders eigen manier van spreken en schrijven.
De Taalunie bestaat uit vier organen: het Comité van Ministers, de Interparlementaire Commissie, de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren en het Algemeen Secretariaat. Suriname wordt betrokken bij de werking van alle organen.
Nederlands vroeger en nu
De zorg om en beleving van de Nederlandse taal en cultuur zijn een conditio sine qua non om onze doelstellingen waar te maken. Maar welke taal gebruiken wij? Soms ben ik wat jaloers: naast dialecten en streektalen spreekt een Duitser Duits, een Fransman Frans en een Zweed Zweeds. Maar wij? Nederlands? Vlaams? Hollands? Belgisch? Ja, er zijn nog Nederlanders die denken dat men in Vlaanderen 'Vlaams' of zelfs 'Belgisch' spreekt! Bovendien bestaat er in het buitenland nogal eens verwarring. Nederlandse kaas is kaas uit Nederland. De Nederlandse taal is de taal van Nederland, maar ook van Vlaanderen, Suriname en de Nederlandse Antillen. Natuurlijk spreken wij Nederlands, raadplegen wij allemaal Van Dale en het Groene Boekje en toch zijn er zeer opvallende verschillen in uitspraak en vooral in woordenschat. De redenen daarvoor zijn terug te vinden in ons verleden. Sedert de zestiende eeuw heeft Vlaanderen uitsluitend onder vreemde meesters geleefd en binnen het lokale dialect voelde men zich veilig. Er was de taal van de meesters (het Frans) en die van de knechten (het dialect). Na de val van Antwerpen (1585) week de Vlaamse elite uit naar het Noorden en wie arm was, bleef achter. In Nederland was intussen de Statenbijbel (1637) de norm geworden en daarom heeft het Noorden veel minder taalproblemen gekend. Was koning Willem I in zijn opzet geslaagd en had hij zijn taalpolitiek kunnen doorvoeren dan zou er ons heel wat ellende bespaard gebleven zijn. Na Willem I kreeg de verfransing weer vrij spel en de Vlaamsgezinden raakten binnen de Vlaamse Beweging verdeeld. Moest men de standaardnorm uit het Noorden aanvaarden of een soort van standaardisering op basis van de lokale dialecten doorvoeren? Bovenop kwam nog het probleem van de identiteit. Daarvan is de Frontbeweging tijdens de Eerste Wereldoorlog een duidelijk voorbeeld.
En toch … Ondanks de verschillen spreken circa tweeëntwintig miljoen mensen in de wereld Nederlands en dat
is binnen een geglobaliseerde wereld, laat staan binnen Europa niet te verwaarlozen. Wij hebben bijvoorbeeld meer sprekers dan de drie grote Scandinavische talen samen. Aan allen die zich druk maken over het Verkavelingsvlaams, Poldernederlands, taalvariatie, dialecten, streektalen, jongerentaal, digitale taal... en vaak het woord “verloedering” in de mond nemen, bedenk dat we allen begonnen zijn met “hebban olla vogala nestas...” en dat taal altijd in beweging is. Gelukkig maar, want hoe mooi ook, wie zou nu nog de taal van Vondel willen gebruiken? Het is altijd zo geweest: hoe ouder men wordt, des te meer wenst men dat alles bij het oude blijft. Al in de vierde eeuw vóór Christus klaagde Socrates over “jongeren die hun ouders tegenspraken, kledderden met hun eten en hun taal niet verzorgden”. Toch blijft er een minpunt. We blijven het moeilijk hebben met spellingperikelen en dan gaat het niet over het Groot Dictee met fransozendakjes, balkenendenorm en eau de toiletteje, maar over dagelijkse woorden zoals die met de tussenletters-e- of -en. Wie krijgt geen punthoofd bij het lezen van de regel: “-en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is; dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is, ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord” en dan krijgen we woorden als wiegelied/wiegendood en spinnewiel/spinnenweb … Een mens wordt daar zeker niet vrolijk van. Maar dat zal ons nietverhinderen voluit te blijven gaan voor de uitbouw en verdediging van het Nederlands als basis van identiteitsvorming om alzo actieve verdraagzaamheid te beoefenen in een
veranderende wereld. Als leuke afsluiter nog een citaat van J.F. Audoor, rechter aan het Hooggerechtshof in
Brussel, in een brief uit 1815 aan koning Willem I:
En toch … Ondanks de verschillen spreken circa tweeëntwintig miljoen mensen in de wereld Nederlands en dat
is binnen een geglobaliseerde wereld, laat staan binnen Europa niet te verwaarlozen. Wij hebben bijvoorbeeld meer sprekers dan de drie grote Scandinavische talen samen. Aan allen die zich druk maken over het Verkavelingsvlaams, Poldernederlands, taalvariatie, dialecten, streektalen, jongerentaal, digitale taal... en vaak het woord “verloedering” in de mond nemen, bedenk dat we allen begonnen zijn met “hebban olla vogala nestas...” en dat taal altijd in beweging is. Gelukkig maar, want hoe mooi ook, wie zou nu nog de taal van Vondel willen gebruiken? Het is altijd zo geweest: hoe ouder men wordt, des te meer wenst men dat alles bij het oude blijft. Al in de vierde eeuw vóór Christus klaagde Socrates over “jongeren die hun ouders tegenspraken, kledderden met hun eten en hun taal niet verzorgden”. Toch blijft er een minpunt. We blijven het moeilijk hebben met spellingperikelen en dan gaat het niet over het Groot Dictee met fransozendakjes, balkenendenorm en eau de toiletteje, maar over dagelijkse woorden zoals die met de tussenletters-e- of -en. Wie krijgt geen punthoofd bij het lezen van de regel: “-en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is; dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is, ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord” en dan krijgen we woorden als wiegelied/wiegendood en spinnewiel/spinnenweb … Een mens wordt daar zeker niet vrolijk van. Maar dat zal ons nietverhinderen voluit te blijven gaan voor de uitbouw en verdediging van het Nederlands als basis van identiteitsvorming om alzo actieve verdraagzaamheid te beoefenen in een
veranderende wereld. Als leuke afsluiter nog een citaat van J.F. Audoor, rechter aan het Hooggerechtshof in
Brussel, in een brief uit 1815 aan koning Willem I:
Inderdaad,“Ik biede mij aen U.E. aen om in alles, dat
in mijn vermogen is, meede te werken om te bereiken het oogwit van onze taele te doen erleven,
’t gonne mij dunkt te zijn van het uiterste gewigt.”
“van het uiterste gewigt!”
Europees handvest inzake regionale talen
Wederom een uitstekend artikel.Jammer dat niet vermeld wordt, dat het praktisch gelijk is aan het Voorwoord uit de Nieuwsbrief van de Orde van den Prince,jaargang 29,nr 4.
daddie- Aantal berichten : 116
Registration date : 03-05-09
Soortgelijke onderwerpen
» Eindelijk een statuut voor de regionale talen? En voor het Frans-Vlaams? - Den draed
» de Stichting Ons Erfdeel
» West-Vlaams en Limburgs bedreigd !
» de regionale talen worden bedreigd door de miskenning en de vooroordelen van onze verkozenen
» de Stichting Ons Erfdeel
» West-Vlaams en Limburgs bedreigd !
» de regionale talen worden bedreigd door de miskenning en de vooroordelen van onze verkozenen
Pagina 1 van 1
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum